RFR 2023/95
Heeft een erfgenaam recht op stukken waarnaar in de voordracht van de rechter-commissaris tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap wordt verwezen?
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:662
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00680
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS708187:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:662, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1140, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑03‑2022
- Wetingang
Art. 4:209 BW; art. 19, 22 Rv
Essentie
Erfrecht. Opheffing vereffening.
Heeft een erfgenaam recht op stukken waarnaar in de voordracht van de rechter-commissaris tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap wordt verwezen?
Samenvatting
In deze procedure gaat het om een erflater die in 2016 overleden is. Verweerder in de onderhavige procedure heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard; de andere erfgenamen hebben de nalatenschap van erflater verworpen. Erflater was bestuurder van een besloten vennootschap en is strafrechtelijk veroordeeld, onder meer voor witwassen. Nadat de besloten vennootschap failliet is verklaard, is erflater aansprakelijk gesteld voor een boedeltekort van € 13.000.000. Deze schuld behoort – samen met een schuld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.