NJB 2019/321:Aansprakelijkheidsverzekering. Directe actie. Meldingsplicht. Uitzondering. Een werknemer loopt letsel op bij een arbeidsongeval. Daarna gaat zijn (materiële) werkgever failliet en houdt die op te bestaan. De werknemer verlangt dat de aansprakelijkheidsverzekeraar van de werkgever rechtstreeks aan hem uitkeert. De verzekeraar weigert uitkering op de grond dat de werkgever het ongeval niet heeft gemeld. Het hof geeft de verzekeraar gelijk en overweegt dat de wet weliswaar een uitzondering op de meldingsplicht kent voor het geval waarin het risico zich pas verwezenlijkt nadat de verzekerde heeft opgehouden te bestaan (‘long tail-schade’), maar niet voor het geval dat het risico zich voordien heeft verwezenlijkt, zoals in dit geval. Hoge Raad: De in art. 7:954 lid 2 BW opgenomen uitzondering op het meldingsvereiste geldt ook in het geval waarin de aansprakelijke partij heeft opgehouden te bestaan nadat de schade is opgetreden. Dit laat onverlet dat de aansprakelijkheidsverzekeraar in geval van een directe actie van de benadeelde de verweren kan inroepen die hij tegen de verzekerde zou hebben kunnen inroepen, waaronder het verweer dat de verzekeringnemer of de verzekerde niet heeft voldaan aan de verplichting de verwezenlijking van het risico aan de verzekeraar te melden zodra hij daarvan op de hoogte was of behoorde te zijn