NJF 2017/57
Vervolg op NJ 2014/480. Beroepsfout advocaat. Bewijslastverdeling. Cliënt heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het niet gevoerde verweer in eerdere procedure zou zijn gehonoreerd.
Hof 's-Hertogenbosch 01-11-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:4851
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
1 november 2016
- Magistraten
Mrs. C.E.L.M. Smeenk-van der Weijden, D.A.E.M. Hulskes, L.S. Frakes
- Zaaknummer
200.160.003_01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2016:4851, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 01‑11‑2016
- Wetingang
Art. 150 Rv; art. 6:162 BW
Essentie
Vervolg op NJ 2014/480. Beroepsfout advocaat. Bewijslastverdeling. Cliënt heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het niet gevoerde verweer in eerdere procedure zou zijn gehonoreerd.
Samenvatting
Geïntimeerde is met zijn broers vennoot in een VOF waarin een bakkersbedrijf wordt uitgeoefend. Geïntimeerde raakt in 1985 ten gevolge van een ongeval volledig arbeidsongeschikt. Broer C. zegt de VOF op tegen eind 1990. Enige tijd daarna start C. een procedure tegen de VOF en de broers tot uitkering van zijn aandeel in de VOF. De advocaat van het advocatenkantoor heeft in die procedure nagelaten het verweer te voeren dat geïntimeerde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.