AB 2024/299
Salduz. Rechtsbijstand. Bestuurlijke boete. Bewijsmaatstaf. Een belanghebbende die niet is aangehouden moet bij een boeteverhoor worden gewezen op het recht op verhoorbijstand. Weigeren van het nultarief is geen bestraffende sanctie. Voor de boete moeten de bestanddelen overtuigend worden aangetoond.
HR 06-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1135, m.nt. R. Stijnen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 september 2024
- Magistraten
Mrs. M.E. van Hilten, E.N. Punt, M.W.C. Feteris, A.L.J. van Strien, C.J. Borman
- Zaaknummer
22/04034
- Noot
R. Stijnen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS981704:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Omzetbelasting / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Omzetbelasting / Tarief
Fiscaal bestuursrecht / Boete
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1135, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑09‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:457, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑04‑2024
- Wetingang
Essentie
Salduz. Rechtsbijstand. Bestuurlijke boete. Bewijsmaatstaf. Een belanghebbende die niet is aangehouden moet bij een boeteverhoor worden gewezen op het recht op verhoorbijstand. Weigeren van het nultarief is geen bestraffende sanctie. Voor de boete moeten de bestanddelen overtuigend worden aangetoond.
Samenvatting
In het Nederlandse belastingrecht is de normale maatstaf voor bewijslevering dat feiten aannemelijk moeten worden gemaakt. (…) Het is buiten redelijke twijfel dat deze bewijsmaatstaf niet in strijd is met de Unierechtelijke beginselen van doeltreffendheid en gelijkwaardigheid. Anders dan middel 2 betoogt, rust op de Inspecteur dus voor de heffing van omzetbelasting niet een zwaardere bewijslast dan dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.