NJ 2020/309
Arbeidsrecht. Procesrecht. Behandeling bij hof door combinatie met twee raadsheren-plaatsvervangers; positie raadsheer-plaatsvervanger (art. 8 Wet RO). Vervolg van HR 30 juni 2017, NJ 2017/298 (New Hairstyle).
HR 17-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1312
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 juli 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/02387
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS230886:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1312, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:360, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑05‑2019
- Wetingang
Essentie
Arbeidsrecht. Procesrecht. Behandeling bij hof door combinatie met twee raadsheren-plaatsvervangers; positie raadsheer-plaatsvervanger (art. 8 Wet RO). Vervolg van HR 30 juni 2017, NJ 2017/298 (New Hairstyle).
Samenvatting
Het bestuur van een gerecht kan voor de behandeling en beslissing van zaken rechters-plaatsvervangers oproepen (art. 8 Wet RO). De wet stelt geen beperkingen aan het aantal rechters-plaatsvervangers in de bezetting van een meervoudige kamer. In professionele standaarden en in het kwaliteitszorgsysteem van de rechtspraak komt tot uitdrukking dat het inzetten van meer dan één rechter-plaatsvervanger in een meervoudige kamer onwenselijk wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.