Einde inhoudsopgave
Wetboek van Militair Strafrecht
Artikel 108
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1991
- Redactionele toelichting
Het titelopschrift is verplaatst naar art. 115.
- Bronpublicatie:
14-06-1990, Stb. 1990, 368 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken: 16813 )
- Inwerkingtreding
01-01-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-1990, Stb. 1990, 583 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft de militair aan wiens schuld het is te wijten dat hij een bijzondere verplichting betreffende de waakzaamheid of veiligheid niet vervult of niet in staat is te vervullen, indien als rechtstreeks en onmiddellijk gevolg daarvan schade ontstaat aan of te duchten is voor de bestrijding van gemeen gevaar voor personen of goederen, de gereedheid tot het daadwerkelijk uitvoeren van een operatie of oefening van enig onderdeel van de krijgsmacht, dan wel de veiligheid.
2.
Indien het feit wordt gepleegd in tijd van oorlog wordt gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie opgelegd.
3.
Indien het feit wordt gepleegd op een door de vijand aangevallen of met aanval bedreigde plaats, dan wel op een voor de oorlogvoering essentiële plaats, wordt gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie opgelegd.