Einde inhoudsopgave
Wetboek van Militair Strafrecht
Artikel 106
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1991
- Bronpublicatie:
14-06-1990, Stb. 1990, 368 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken: 16813 )
- Inwerkingtreding
01-01-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-1990, Stb. 1990, 583 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie wordt gestraft de militair die zich opzettelijk aan de vervulling van een bepaalde soort van dienstverplichtingen onttrekt of zich opzettelijk daarvoor ongeschikt maakt of laat maken, indien als rechtstreeks en onmiddellijk gevolg daarvan schade ontstaat aan of te duchten is voor de bestrijding van gemeen gevaar voor personen of goederen, dan wel de gereedheid tot het daadwerkelijk uitvoeren van een operatie of oefening van enig onderdeel van de krijgsmacht.
2.
Indien het feit wordt gepleegd in tijd van oorlog wordt gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie opgelegd.