Einde inhoudsopgave
Wetboek van Militair Strafrecht
Artikel 104
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1991
- Bronpublicatie:
14-06-1990, Stb. 1990, 368 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken: 16813 )
- Inwerkingtreding
01-01-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-1990, Stb. 1990, 583 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Naar de onderscheidingen, gemaakt in de artikelen 98–102 en met de daarbij gestelde straffen wordt gestraft de militair die zich opzettelijk door een listige kunstgreep of een samenweefsel van verdichtsels aan de vervulling van zijn dienstverplichtingen onttrekt of die zich opzettelijk daarvoor ongeschikt maakt of laat maken.
2.
Bij de toepassing van het eerste lid wordt met afwezigheid, bedoeld in de artikelen 98–102, gelijkgesteld de tijd, gedurende welke de militair zijn dienstverplichtingen niet heeft vervuld.