Einde inhoudsopgave
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Artikel 13 Dagloon en maandloon
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
19-06-2013, Stb. 2013, 236 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken: 33556)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-08-2013, Stb. 2013, 261 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Algemeen
1.
Voor de berekening van een uitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat, wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer verdiende in de periode van één jaar, die eindigt op de laatste dag van het aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de ziekte, het gebrek, de zwangerschap of de bevalling, die tot volledig en duurzame arbeidsongeschiktheid of gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid heeft geleid, is ingetreden doch ten hoogste het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
2.
In afwijking van het eerste lid wordt in het in artikel 21 bedoelde geval het dagloon op de daar genoemde wijze vastgesteld.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur worden met betrekking tot de vaststelling van het dagloon, bedoeld in het eerste lid, en de herziening ervan nadere en zonodig afwijkende regels gesteld.
4.
Het maandloon bedraagt:
- a.
indien recht op een uitkering bestaat over een volledige kalendermaand: 21,75 maal het dagloon; of
- b.
indien niet over een volledige kalendermaand recht op een uitkering bestaat: de uitkomst van het aantal dagen in de betreffende kalendermaand waarover recht op een uitkering bestaat gedeeld door het totaal aantal dagen in de betreffende kalendermaand vermenigvuldigd met 21,75 maal het dagloon. Bij het bepalen van het aantal dagen worden de zaterdagen en zondagen buiten beschouwing gelaten.