Einde inhoudsopgave
Protocol van 1996 bij het Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen van 1972
Bijlage 3 Arbitrageprocedure
Geldend
Geldend vanaf 24-03-2006
- Redactionele toelichting
Deze bijlage is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2011, 72).
- Bronpublicatie:
07-11-1996, Trb. 2000, 27 (uitgifte: 24-03-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2008, Trb. 2008, 200 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Artikel 1
1
Een Scheidsgerecht (hierna te noemen ‘het Scheidsgerecht’) wordt ingesteld wanneer een verdragsluitende partij hiertoe een verzoek indient bij een andere verdragsluitende partij overeenkomstig artikel 16 van dit Protocol. Het verzoek om arbitrage bestaat uit een uiteenzetting van het desbetreffende geval met eventuele documenten ter adstructie.
2
De verzoekende verdragsluitende partij doet de Secretaris-Generaal mededeling van:
- .1.
haar verzoek om arbitrage;
- .2.
de bepalingen van dit Protocol over de uitleg of toepassing waarvan, volgens haar, onenigheid bestaat.
3
De Secretaris-Generaal zendt deze mededeling naar alle verdragsluitende partijen.
Artikel 2
1
Het Scheidsgerecht bestaat uit een enkele scheidsman indien hierover tussen de partijen bij het geschil overeenstemming is bereikt binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek om arbitrage.
2
Bij overlijden, arbeidsongeschiktheid of verzuim van de scheidsman kunnen de partijen bij het geschil binnen 30 dagen daarna besluiten tot vervanging.
Artikel 3
1
Indien de partijen bij een geschil geen overeenstemming bereiken ten aanzien van een Scheidsgerecht overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van deze Bijlage, zal het Scheidsgerecht bestaan uit drie leden:
- .1.
een scheidsman benoemd door iedere partij bij het geschil; en
- .2.
een derde scheidsman die zal worden benoemd bij overeenstemming tussen de eerste twee scheidsmannen en die zal optreden als voorzitter van het Scheidsgerecht.
2
Indien de voorzitter van een Scheidsgerecht niet is benoemd binnen 30 dagen na de benoeming van de tweede scheidsman, leggen de partijen bij het geschil, op verzoek van een partij, aan de Secretaris-Generaal, binnen de daaropvolgende 30 dagen, een overeengekomen lijst van deskundigen voor. Uit deze lijst kiest de Secretaris-Generaal zo spoedig mogelijk de voorzitter. Hij kiest niet een voorzitter die onderdaan is of is geweest van een partij bij het geschil, tenzij met toestemming van de andere partij bij het geschil.
3
Indien een partij bij een geschil niet binnen 60 dagen na de datum van ontvangst van het verzoek om arbitrage een scheidsman benoemt zoals bedoeld in het eerste lid, onder 1, van dit artikel, kan de andere partij verzoeken dat binnen 30 dagen een overeengekomen lijst van deskundigen wordt voorgelegd aan de Secretaris-Generaal. Uit deze lijst kiest de Secretaris-Generaal zo spoedig mogelijk de voorzitter van het Scheidsgerecht. De voorzitter verzoekt vervolgens de partij die geen scheidsman heeft benoemd, zulks alsnog te doen. Indien deze partij binnen 15 dagen na dit verzoek geen scheidsman heeft aangewezen, zal de Secretaris-Generaal, op verzoek van de voorzitter, de scheidsman aanwijzen uit de deskundigen van de overeengekomen lijst.
4
Bij overlijden, arbeidsongeschiktheid of verzuim van een scheidsman wijst de partij bij het geschil die deze scheidsman had benoemd, binnen 30 dagen een vervanger aan. Indien de partij geen vervanger aanwijst, wordt de arbitrage voortgezet door de overblijvende scheidsmannen. Bij overlijden, arbeidsongeschiktheid of verzuim van de voorzitter wordt binnen 90 dagen een vervanger aangewezen overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid, onder 2, en het tweede lid.
5
Er wordt een lijst met scheidsmannen bijgehouden door de Secretaris-Generaal, bestaande uit door de verdragsluitende partijen aangewezen deskundigen. ledere verdragsluitende partij kan voor opname op de lijst vier deskundigen aanwijzen die geen onderdaan van die verdragsluitende partij behoeven te zijn. Indien de partijen bij het geschil niet binnen de vastgestelde termijn aan de Secretaris-Generaal een in het tweede, derde en vierde lid bedoelde overeengekomen lijst van deskundigen hebben voorgelegd, kiest de Secretaris-Generaal uit de door hem bijgehouden lijst de nog niet aangewezen scheidsman of scheidsmannen.
Artikel 4
Het Scheidsgerecht kan tegeneisen die rechtstreeks voortvloeien uit het onderwerp van het geschil, in behandeling nemen en hierover uitspraak doen.
Artikel 5
Iedere partij bij het geschil draagt de kosten die zijn verbonden aan de voorbereiding van haar eigen zaak. De bezoldiging van de leden van het Scheidsgerecht en de betaling van algemene kosten verbonden aan de arbitrage worden gelijkelijk door de partijen bij het geschil gedragen. Het Scheidsgerecht houdt een overzicht bij van al zijn uitgaven en verstrekt daarvan een eindafrekening aan de partijen.
Artikel 6
Iedere verdragsluitende partij die een belang van juridische aard heeft, welk belang zou kunnen worden getroffen door het ter zake te nemen besluit, kan nadat zij schriftelijk mededeling heeft gedaan aan de partijen bij het geschil die de zaak oorspronkelijk aanhangig hebben gemaakt, met goedvinden van het Scheidsgerecht en op haar eigen kosten tot de arbitrageprocedure worden toegelaten. De aldus tussengekomen verdragsluitende partij heeft het recht om, overeenkomstig de ingevolge artikel 7 van deze Bijlage vastgestelde procedures, bewijsmateriaal te leveren en schriftelijke en mondelinge uiteenzettingen te geven over zaken welke tot haar tussenkomst hebben geleid, doch heeft geen rechten met betrekking tot de samenstelling van het Scheidsgerecht.
Artikel 7
Een Scheidsgerecht dat is ingesteld krachtens het bepaalde in deze Bijlage stelt zijn eigen procedureregels vast.
Artikel 8
1
Tenzij een Scheidsgerecht bestaat uit een enkele scheidsman, worden de besluiten van het Scheidsgerecht betreffende de te volgen procedure, plaats van samenkomst en iedere aangelegenheid betreffende het hem voorgelegde geschil, genomen met een meerderheid van stemmen van zijn leden. Afwezigheid van of onthouding door een lid van het Scheidsgerecht dat door een partij bij het geschil is aangewezen, betekent echter voor het Scheidsgerecht geen belemmering om te komen tot een besluit. Bij het staken der stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
2
De partijen bij het geschil bevorderen de werkzaamheden van het Scheidsgerecht en zullen in het bijzonder, overeenkomstig hun wetgeving en met gebruikmaking van alle tot hun beschikking staande middelen:
- .1.
het Scheidsgerecht alle nodige documenten en inlichtingen verschaffen; en
- 2.
het Scheidsgerecht in staat stellen hun grondgebied te betreden, getuigen of deskundigen te horen en ter plaatse een onderzoek in te stellen.
3
Indien een partij bij het geschil niet voldoet aan het bepaalde in het tweede lid, betekent dit voor het Scheidsgerecht geen belemmering om tot een beslissing te komen en uitspraak te doen.
Artikel 9
Het Scheidsgerecht doet zijn uitspraak binnen vijf maanden na de datum waarop het is ingesteld, tenzij het Scheidsgerecht het noodzakelijk acht deze periode met ten hoogste vijf maanden te verlengen. De uitspraak van het Scheidsgerecht gaat vergezeld van een met redenen omklede uiteenzetting. De uitspraak is definitief en onherroepelijk en wordt medegedeeld aan de Secretaris-Generaal die de verdragsluitende partijen hiervan in kennis stelt. De partijen bij het geschil geven onmiddellijk uitvoering aan de uitspraak.