Einde inhoudsopgave
Verdrag van Unidroit inzake gestolen of onrechtmatig uitgevoerde cultuurgoederen
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1998
- Bronpublicatie:
24-06-1995, Trb. 1997, 46 (uitgifte: 25-02-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-1998, Internet 1998, www.unidroit.org (uitgifte: 01-07-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
De overeenkomstig dit Verdrag bij de ondertekening afgelegde verklaringen dienen bij de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring te worden bevestigd.
2.
De verklaringen en de bevestigingen van de verklaringen dienen schriftelijk te geschieden en officieel ter kennis van de depositaris te worden gebracht.
3.
Een verklaring wordt van kracht op de datum van de inwerkingtreding van dit Verdrag voor de desbetreffende Staat. Echter, een verklaring waarvan de depositaris na die datum officieel in kennis is gesteld, wordt van kracht op de eerste dag van de zesde maand na de datum van de nederlegging daarvan bij de depositaris.
4.
Elke Staat die een verklaring aflegt overeenkomstig dit Verdrag kan deze te allen tijde intrekken door middel van een officiële schriftelijke kennisgeving aan de depositaris. De intrekking wordt van kracht op de eerste dag van de zesde maand na de datum van de nederlegging van de kennisgeving ervan.