NJB 2018/155
Voorlopig getuigenverhoor. Aan het verzoek te stellen eisen. De rechtbank wijst een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor af. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank. Hoge Raad: Het hof heeft ofwel te strenge eisen gesteld aan hetgeen aan een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor ten grondslag dient te worden gelegd, ofwel een onbegrijpelijke uitleg gegeven aan de gedingstukken
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/00339
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3250, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1171, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑01‑2017
- Wetingang
(art. 187 lid 3, aanhef en onder a en b, Rv; art. 3:13, 3:303 BW)
Essentie
Voorlopig getuigenverhoor. Aan het verzoek te stellen eisen. De rechtbank wijst een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor af. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank. Hoge Raad: Het hof heeft ofwel te strenge eisen gesteld aan hetgeen aan een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor ten grondslag dient te worden gelegd, ofwel een onbegrijpelijke uitleg gegeven aan de gedingstukken
Partij(en)
Bencis, adv. mr. S.M. Kingma, vs. A, adv. mrs. A. Knigge en R.S. Meijer.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
A is onderdeel van de A-groep. Bencis is meerderheidsaandeelhouder van de B-groep. Een onderdeel van B-groep heeft ...