Einde inhoudsopgave
Besluit algemene rechtspositie politie
Artikel 37
Geldend
Geldend vanaf 15-09-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-12-2021
- Bronpublicatie:
01-09-2022, Stb. 2022, 357 (uitgifte: 14-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-09-2022, terugwerkend tot: 01-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-2022, Stb. 2022, 357 (uitgifte: 14-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, wordt aan de ambtenaar buitengewoon verlof met behoud van volle bezoldiging verleend:
- a.
bij zijn huwelijk: 3 dienstdagen;
- b.
tot het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten in de eerste en tweede graad: 1 dienstdag;
- c.
bij overlijden van
- 1.
zijn echtgenote, ouders, stiefouders, pleegouders, schoonouders, kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen of aangehuwde kinderen: tweemaal de arbeidsduur per week, binnen vier weken na de dag van overlijden;
- 2.
bloed- of aanverwanten in de tweede graad: eenmaal de arbeidsduur per week, binnen vier weken na de dag van overlijden;
- d.
bij zijn 25- of 40-jarig ambtsjubileum: één dienstdag.
2.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder huwelijk mede verstaan het aangaan van een geregistreerd partnerschap alsmede het sluiten van een samenlevings-contract als bedoeld in artikel 1, tweede lid.
3.
Buitengewoon verlof dat aan de ambtenaar op grond van het eerste lid wordt verleend in verband met aanverwantschap die door zijn huwelijk is ontstaan met bloedverwanten van zijn echtgenote wordt op dezelfde wijze verleend aan de ambtenaar met betrekking tot dezelfde bloedverwanten van zijn geregistreerde partner alsmede aan de ambtenaar, die ongehuwd samenwoont als bedoeld in artikel 1, tweede lid, met betrekking tot dezelfde bloedverwanten van zijn levenspartner.