BA 2014/85
Bestuurlijke boete, gevolgen van schending van het verdedigingsbeginsel
ABRvS 19-03-2014, ECLI:NL:RVS:2014:989
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
19 maart 2014
- Zaaknummer
201307256/1/V6
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:989, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 19‑03‑2014
- Wetingang
Art. 5:46 lid 2, 8:31 en 8:42 lid 1 Awb; art. 1, 2 lid 1, 19a en 19d Wet arbeid vreemdelingen (Wav); art. XXV Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving (Stb. 2012, 462); art. 1 en 2 Beleidsregels boeteoplegging Wav 2012; Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Wav; art. 6 lid 2 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
Essentie
Bestuurlijke boete, gevolgen van schending van het verdedigingsbeginsel
Samenvatting
In hoger beroep is niet in geschil dat het algemene beginsel van de eerbiediging van de rechten van de verdediging (het verdedigingsbeginsel) is geschonden wegens het niet toesturen van de boetekennisgeving aan de gemachtigde van appellante. Voor de beantwoording van de vraag of de rechtbank ten onrechte geen gevolgen heeft verbonden aan het oordeel dat het verdedigingsbeginsel is geschonden, dient te worden beoordeeld of de minister, door de boetekennisgeving niet ook aan haar gemachtigde te sturen, appellante daadwerkelijk de mogelijkheid heeft ontnomen zich zodanig te verweren dat de besluitvorming een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.