NJ 2018/4
EEX-Verordening. Rechterlijke bevoegdheid; individuele arbeidsovereenkomsten; cabinepersoneel in de luchtvaartsector; begrip ‘plaats waar de werknemer gewoonlijk werkt’ in de zin van art. 19, punt 2, onder a Brussel I; gelijkstelling met begrip ‘thuisbasis’ in de zin van Verordening (EEG) 3922/91?
HvJ EU 14-09-2017, ECLI:EU:C:2017:688 (Nogueira e.a.)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
14 september 2017
- Magistraten
M. Ilešič, K. Lenaerts, A. Rosas, C. Toader, E. Jarašiūnas
- Zaaknummer
C-168/16
C-169/16
- Conclusie
A-G H. Saugmandsgaard Øe
- Noot
Red. Aant.
- Roepnaam
Nogueira e.a.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110926:1
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2017:688, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 14‑09‑2017
ECLI:EU:C:2017:312, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 27‑04‑2017
- Wetingang
Art. 19 Brussel I (EEX-Verordening)
Essentie
Verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Cour du travail de Mons (België) bij beslissingen van 18 maart 2016.
EEX-Verordening. Rechterlijke bevoegdheid; individuele arbeidsovereenkomsten; cabinepersoneel in de luchtvaartsector; begrip ‘plaats waar de werknemer gewoonlijk werkt’ in de zin van art. 19, punt 2, onder a Brussel I; gelijkstelling met begrip ‘thuisbasis’ in de zin van Verordening (EEG) 3922/91?
Samenvatting
Art. 19, punt 2, onder a EEX-Verordening moet aldus worden uitgelegd dat in geval van een beroep dat is ingesteld door een werknemer die lid is van het boordpersoneel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.