Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014–2020
3.6.2 Aangemelde individuele investeringssteun
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
23-07-2013, PbEU 2013, C 209 (uitgifte: 23-07-2013, regelingnummer: 2013/C209/01)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-07-2013, PbEU 2013, C 209 (uitgifte: 23-07-2013, regelingnummer: 2013/C209/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
104
In situaties die onder scenario 1 (investeringsbesluit) vallen, zal de Commissie nagaan of het steunbedrag hoger uitkomt dan het minimum dat noodzakelijk is om het project voldoende winstgevend te maken, daartoe gebruikmakend van de in punt 79 beschreven methode.
105
In situaties die onder scenario 2 (vestigingsbesluit) vallen, zal de Commissie, voor een vestigingsprikkel, een vergelijking maken van de netto contante waarde van de investering voor het doelgebied met de netto contante waarde van de investering op de alternatieve locatie, daartoe gebruikmakend van de in punt 80 beschreven methode.
106
De berekeningen die voor de analyse van het stimulerende effect zijn gebruikt, kunnen ook worden gebruikt om na te gaan of de steun evenredig is. De lidstaat moet de evenredigheid aantonen op grond van documenten als bedoeld in punt 72.
107
De steunintensiteit mag niet méér bedragen dan de toegestane bijgestelde steunintensiteit.