Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie) en de Republiek Bulgarije en Roemenië betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie
Artikel 27
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2009
- Bronpublicatie:
17-12-2009, PbEU 2009, L 339 (uitgifte: 22-12-2009, regelingnummer: 2009/994/EU)
- Inwerkingtreding
22-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2009, PbEU 2009, L 339 (uitgifte: 22-12-2009, regelingnummer: 2009/994/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Vanaf de datum van toetreding worden de aanbesteding, de contractsafsluiting, de uitvoering en de betaling inzake pretoetredingsbijstand in het kader van het Phare-programma7) en het programma voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van Phare8), alsmede inzake bijstand in het kader van de overgangsfaciliteit bedoeld in artikel 31, beheerd door een uitvoeringsinstantie in Bulgarije en Roemenië.
Van de voorafgaande goedkeuring door de Commissie van de aanbesteding en het sluiten van de overeenkomst zal worden afgezien bij een besluit van de Commissie te dien einde, nadat er door de Commissie een erkenningsprocedure is toegepast en het versterkte gedecentraliseerde uitvoeringssysteem (EDIS) positief is beoordeeld overeenkomstig de criteria en de voorwaarden van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/899), en van artikel 164 van de verordening betreffende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen10).
Indien de beslissing van de Commissie om af te zien van voorafgaande goedkeuring niet is genomen vóór de toetreding, heeft dat tot gevolg dat overeenkomsten die zijn ondertekend tussen de toetredingsdatum en de datum waarop de Commissie haar beslissing neemt, niet in aanmerking komen voor pretoetredingsbijstand.
Indien evenwel, bij wijze van uitzondering, het besluit van de Commissie om af te zien van voorafgaande goedkeuring pas na de toetredingsdatum kan worden genomen om redenen die niet kunnen worden toegeschreven aan de autoriteiten van Bulgarije of Roemenië, kan de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen aanvaarden dat overeenkomsten die zijn gesloten tussen de toetredingsdatum en de datum van het besluit van de Commissie, in aanmerking komen voor pretoetredingsbijstand, en dat de uitvoering van de pretoetredingsbijstand nog gedurende een beperkte periode wordt voortgezet, op voorwaarde dat de Commissie vooraf haar goedkeuring verleent aan de aanbesteding en het sluiten van de overeenkomst.
2.
Financiële verplichtingen die vóór de toetreding in het kader van de in lid 1 bedoelde financiële pretoetredingsinstrumenten of na de toetreding in het kader van de in artikel 31 bedoelde overgangsfaciliteit zijn aangegaan, met inbegrip van het sluiten en de registratie van de specifieke juridische verplichtingen die vervolgens zijn aangegaan en de betalingen die na de toetreding zijn verricht, blijven vallen onder de regels en voorschriften van de financiële instrumenten in het kader van de pretoetredingsbijstand, en blijven ten laste van de desbetreffende begrotingshoofdstukken totdat de betrokken programma's en projecten worden afgesloten. Onverminderd hetgeen voorafgaat, worden procedures inzake overheidsopdrachten die worden ingeleid na de toetreding, uitgevoerd overeenkomstig de toepasselijke communautaire richtlijnen.
3.
De laatste programmeringsperiode voor de in lid 1 bedoelde pretoetredingsbijstand valt samen met het laatste jaar dat aan de toetreding voorafgaat. Voor de acties uit hoofde van deze programma's dient binnen de twee volgende jaren een overeenkomst te worden gesloten. Er worden geen verlengingen toegestaan voor de termijn van de overeenkomsten. Bij wijze van uitzondering en in naar behoren gemotiveerde gevallen, is een beperkte verlenging van de termijnen voor de uitvoering van de overeenkomsten mogelijk.
Onverminderd hetgeen voorafgaat, kunnen pretoetredingsmiddelen gedurende de eerste twee jaar na de toetreding ter dekking van administratieve kosten als omschreven in lid 4 worden vastgelegd. Voor audit- en evaluatiekosten kunnen pretoetredingsmiddelen tot vijf jaar na de toetreding worden vastgelegd.
4.
Om te zorgen voor de noodzakelijke geleidelijke beëindiging van de in lid 1 bedoelde financiële instrumenten voor de pretoetredingsbijstand en van het ISPA-programma11), kan de Commissie alle passende maatregelen treffen om in Bulgarije en Roemenië het nodige statutaire personeel te handhaven gedurende een periode van maximaal negentien maanden na de toetreding. Tijdens die periode genieten de ambtenaren, het tijdelijk personeel en de arbeidscontractanten die voor de toetreding in Bulgarije en Roemenië gedetacheerd waren en die in die lidstaten in dienst moeten blijven na de toetreding, bij wijze van uitzondering dezelfde financiële en materiële voorwaarden als die welke door de Commissie vóór de toetreding werden toegepast overeenkomstig het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen zoals die zijn vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/6812). De administratieve uitgaven, met inbegrip van de salarissen van andere personeelsleden, worden gefinancierd uit de begrotingspost ‘Stapsgewijze vermindering van de pretoetredingssteun voor nieuwe lidstaten’ of overeenkomstige begrotingsposten in het kader van het passende beleidsonderdeel van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen dat betrekking heeft op de uitbreiding.
Voetnoten
Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18.12.1989 betreffende economische hulp ten gunste van bepaalde landen van Midden- en Oost-Europa (PB L 375 van 23.12.1989, blz. 11). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 769/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 2760/98 van de Commissie van 18 december 1998 betreffende de tenuitvoerlegging van een programma voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Phare-programma (PB L 345 van 19.12.1998, blz. 49). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1822/2003 (PB L 267 van 17.10.2003, blz. 9).
PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68.
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25.6.2002 (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21.6.1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 769/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 1).
PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 (PB L 124 van 27.4.2004, blz. 1).