Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1266/1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89
Bijlage Minimumcriteria en -voorwaarden voor decentralisatie van het beheer naar de uitvoeringsinstanties in de kandidaat-lidstaten (artikel 12)
Geldend
Geldend vanaf 29-06-1999
- Bronpublicatie:
21-06-1999, PbEG 1999, L 161 (uitgifte: 26-06-1999, regelingnummer: 1266/1999)
- Inwerkingtreding
29-06-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-06-1999, PbEG 1999, L 161 (uitgifte: 26-06-1999, regelingnummer: 1266/1999)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1. Minimumcriteria ter evaluatie van het vermogen van de uitvoeringsinstanties in de kandidaat-lidstaten om de steun te beheren
De Commissie dient aan de hand van de volgende criteria te evalueren welke uitvoeringsinstanties in de partnerlanden in staat zijn de steun op gedecentraliseerde basis te beheren:
- i)
er moet een welomschreven stelsel voor het beheer van de middelen bestaan, met alomvattende interne procedures en duidelijke institutionele en persoonlijke verantwoordelijkheden;
- ii)
de hand moet worden gehouden aan het beginsel van de scheiding der machten, zodat er geen gevaar voor belangenconflicten is op het stuk van gunning en betaling;
- iii)
er moet voldoende personeel beschikbaar zijn en worden ingezet voor het werk. Zij moeten over de juiste deskundigheid en ervaring op auditing-gebied en taalvaardigheid beschikken en moeten een volledige opleiding in de uitvoering van de programma's van de Gemeenschap krijgen.
2. Minimumvoorwaarden voor decentralisatie van het beheer naar uitvoeringsinstanties in kandidaat-lidstaten
Decentralisatie naar kandidaat-lidstaten met controle achteraf door de Commissie kan worden overwogen in het geval van een uitvoeringsinstantie die aan de volgende voorwaarden voldoet:
- i)
er wordt aangetoond dat er een effectieve interne controle bestaat met inbegrip van een onafhankelijke audit-functie en een deugdelijk systeem van boekhouding en financiële verslaglegging dat voldoet aan internationaal aanvaarde audit-normen;
- ii)
een recente financiële en operationele doorlichting heeft uitgewezen dat de communautaire bijstand of de nationale maatregelen van gelijke strekking daadwerkelijk en binnen een correct tijdsbestek beheerd worden;
- iii)
er is op nationaal niveau een betrouwbaar systeem van financiële controle op de uitvoeringsinstantie;
- iv)
de voorschriften inzake aanbestedingen zijn door de Commissie erkend als zijnde in overeenstemming met de eisen van titel IX van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen;
- v)
de nationale ordonnateur neemt de volledige verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de middelen op zich.
Deze benadering laat het recht van de Commissie en van de Rekenkamer onverlet om de uitgaven te verifiëren.