Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie) en de Republiek Bulgarije en Roemenië betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
25-04-2005, Trb. 2005, 196 (uitgifte: 19-08-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-01-2007, Trb. 2007, 6 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Dit Verdrag zal door de Hoge Verdragsluitende Partijen worden bekrachtigd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen. De akten van bekrachtiging zullen uiterlijk op 31 december 2006 worden neergelegd bij de Regering van de Italiaanse Republiek.
2.
Dit Verdrag treedt in werking op 1 januari 2007, mits alle akten van bekrachtiging voor die datum zijn neergelegd.
Indien echter een in artikel 1, lid 1, genoemde Staat niet tijdig zijn akte van bekrachtiging heeft neergelegd, treedt dit Verdrag in werking voor de andere Staat die tot de nederlegging is overgegaan. In dat geval besluit de Raad, met eenparigheid van stemmen, onmiddellijk over de hierdoor noodzakelijk geworden aanpassingen van de artikelen 5 en 6 van het onderhavige Verdrag, van de artikelen 10, 11, lid 2, 12, 21, lid 1, 22, 31, 34 en 46, Bijlagen III punt 2, onder 1, b), punt 2, onder 2 en 3, en Bijlage IV, onderdeel B, van het in artikel 1, lid 3, bedoelde Protocol en, in voorkomend geval, van de artikelen 9 tot en met 11, 14, lid 3, 15, 24, lid 1, 31, 34, 46 en 47, Bijlagen III, punt 2, onder 1, b), punt 2, onder 2 en 3, en Bijlage IV, onderdeel B, van de in artikel 2, lid 2, bedoelde Akte; de Raad kan eveneens, met eenparigheid van stemmen, de bepalingen van voornoemd Protocol, met inbegrip van de daaraan gehechte bijlagen en aanhangsels, en, in voorkomend geval, van voornoemde Akte, met inbegrip van de daaraan gehechte bijlagen en aanhangsels, waarin een Staat die zijn akte van bekrachtiging niet heeft neergelegd, met name wordt genoemd, vervallen verklaren of aanpassen.
Niettegenstaande de nederlegging van alle noodzakelijke akten van bekrachtiging overeenkomstig lid 1, treedt dit Verdrag in werking op 1 januari 2008, indien de Raad een besluit betreffende beide toetredende Staten aanneemt krachtens artikel 39 van het in artikel 1, lid 3, bedoelde Protocol of, vóór de inwerkingtreding van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa, krachtens artikel 39 van de in artikel 2, lid 2 bedoelde Akte.
Indien een dergelijk besluit wordt genomen met betrekking tot slechts één toetredende Staat, treedt dit Verdrag op 1 januari 2008 in werking voor die Staat.
3.
Onverminderd lid 2 kunnen de Instellingen van de Unie vóór de toetreding de maatregelen aannemen als bedoeld in de artikel 3, lid 6, artikel 6, lid 2, tweede alinea, artikel 6, lid 4, tweede alinea, artikel 6, lid 7, tweede en derde alinea, artikel 6, lid 8, tweede alinea, artikel 6, lid 9, derde alinea, artikel 17, artikel 19, artikel 27, lid 1 en lid 4, artikel 28, lid 4 en lid 5, artikel 29, artikel 30, lid 3, artikel 31, lid 4, artikel 32, lid 5, artikel 34, lid 3 en lid 4, artikel 37, artikel 38, artikel 39, lid 4, artikel 41, artikel 42, artikel 55, artikel 56, artikel 57 en Bijlagen IV tot en met VIII van het in artikel 1, lid 3, bedoelde Protocol. Vóór de inwerkingtreding van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa worden dergelijke maatregelen aangenomen krachtens de gelijkwaardige bepalingen in de artikelen 3, lid 6, artikel 6, lid 2, tweede alinea, artikel 6, lid 4, tweede alinea, artikel 6, lid 7, tweede en derde alinea, artikel 6, lid 8, tweede alinea, artikel 6, lid 9, derde alinea, artikel 20, artikel 22, artikel 27, lid 1 en lid 4, artikel 28, lid 4 en lid 5, artikel 29, artikel 30, lid 3, artikel 31, lid 4, artikel 32, lid 5, artikel 34, lid 3 en lid 4, artikel 37, artikel 38, artikel 39, lid 4, artikel 41, artikel 42, artikel 55, artikel 56, artikel 57 en Bijlagen IV tot en met VIII van de in artikel 2, lid 2, bedoelde Akte.
Deze maatregelen treden slechts in werking onder voorbehoud en op de datum van inwerkingtreding van het onderhavige Verdrag.