NJB 2013/348
Bedrieglijke bankbreuk (art. 341 Sr). Een bij een derde ondergebrachte zaak kan ook aan de boedel worden onttrokken c.q. buiten het bereik en beheer van de curator worden gehouden indien de zaak feitelijk niet is verplaatst noch door de in staat van faillissement verklaarde aan een ander is geleverd in de zin van art. 3:115 aanhef en onder c BW.
HR 22-01-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8365
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 januari 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg en V. van den Brink
- Zaaknummer
12/02392
- LJN
BY8365
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY8365, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BY8365, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑09‑2012
- Wetingang
Sr art. 341; BW art. 3:115
Essentie
Bedrieglijke bankbreuk (art. 341 Sr). Een bij een derde ondergebrachte zaak kan ook aan de boedel worden onttrokken c.q. buiten het bereik en beheer van de curator worden gehouden indien de zaak feitelijk niet is verplaatst noch door de in staat van faillissement verklaarde aan een ander is geleverd in de zin van art. 3:115 aanhef en onder c BW.
Partij(en)
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld wegens bedrieglijke bankbreuk in de zin van 341, aanhef onder a sub 1º, Sr. Bewezenverklaard is dat hij in de periode van 10 januari 2005 tot en met 30 maart 2005 tezamen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.