Einde inhoudsopgave
Wijziging van diverse wetten in verband met het aantreden van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie en diverse andere wijzigingen
Artikel XXV
Geldend
Geldend vanaf 24-04-2008
- Bronpublicatie:
24-04-2008, Kamerstukken 2008, 31295 (uitgifte: 24-04-2008, kamerstukken: 31295-A)
- Inwerkingtreding
24-04-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2008, Kamerstukken 2008, 31295 (uitgifte: 24-04-2008, kamerstukken: 31295-A)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Volkshuisvesting en wonen / Bijzondere onderwerpen
Bouwrecht / Woonrecht
De Wet ruimtelijke ordening wordt als volgt gewijzigd:
- A.
Artikel 2.4 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Voor de tekst wordt de aanduiding ‘2.’ geplaatst.
- 2.
Voor het tweede lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:
1
De kennisgeving van het besluit tot vaststelling van een structuurvisie geschiedt tevens langs elektronische weg.
- B.
In artikel 3.1, derde lid, worden de tweede en derde volzin vervangen door: In aanvulling op artikel 3.42 van de Algemene wet bestuursrecht plaatsen burgemeester en wethouders de kennisgeving van het besluit tot verlenging tevens in de Staatscourant en voorts geschiedt deze langs elektronische weg.
- C.
Artikel 3.6, vijfde lid, tweede volzin, komt te luiden: Op de voorbereiding van een uitwerking of wijziging is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing met dien verstande dat de kennisgeving, bedoeld in artikel 3:12 van die wet, tevens langs elektronische weg geschiedt, dat het ontwerp-besluit met de hierbij behorende stukken tevens langs elektronische weg beschikbaar wordt gesteld, dat burgemeester en wethouders binnen acht weken na afloop van de termijn van terinzageligging omtrent de uitwerking of wijziging besluiten en dat de kennisgeving van het besluit tot vaststelling van de uitwerking of wijziging tevens langs elektronische weg geschiedt.
- D.
In artikel 3.7, achtste lid, wordt na ‘vormgeving’ ingevoegd: , inrichting.
- E.
Artikel 3.8 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Aan het derde lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: In afwijking van artikel 3.1, eerste lid, onder b, van de Algemene wet bestuursrecht zijn op een besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan de artikelen 3:40, 3:42 en 3:45 en afdeling 3.7 van die wet van toepassing.
- 2.
In het zesde lid, derde volzin, wordt ‘die hen beletten’ vervangen door: die de provincie onderscheidenlijk het Rijk beletten.
- F.
In artikel 3.16, eerste lid, onderdeel a, wordt na ‘beheersverordening’ ingevoegd: , een besluit als bedoeld in artikel 3.40, 3.41 of 3.42 hieronder begrepen,.
- G.
Artikel 3.22, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In de eerste volzin vervalt: de beslissing omtrent.
- 2.
In de tweede volzin wordt ‘beschikbaarstelling van de beslissing tot tijdelijke vrijstelling’ vervangen door: vormgeving, inrichting en beschikbaarstelling van de tijdelijke ontheffing.
- H.
In artikel 3.23, derde lid, wordt de komma na ‘verleend’ vervangen door een punt en wordt ‘alsmede regels omtrent de overdraagbaarheid van de ontheffing’ vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de vormgeving, inrichting en beschikbaarstelling alsmede omtrent de overdraagbaarheid van de ontheffing.
- I.
Aan artikel 3.24, derde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De kennisgeving van het ontwerp-besluit en van het besluit tot ontheffing, bedoeld in artikel 3.22 of 3.23, geschiedt tevens langs elektronische weg.
- J.
Artikel 3.26 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het tweede lid wordt na ‘wordt gelezen’ ingevoegd: en voor ‘gemeentebestuur’ ‘provinciaal bestuur’.
- 2.
In het derde lid vervalt: gemeentelijk.
- K.
In artikel 3.27, tweede lid, wordt na ‘wordt gelezen’ ingevoegd: en voor ‘gemeentebestuur’ ‘provinciaal bestuur’.
- L.
Artikel 3.28 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het tweede lid wordt na ‘wordt gelezen’ ingevoegd: en voor ‘gemeentebestuur’ ‘Onze Minister’.
- 2.
In het derde lid vervalt: gemeentelijk.
- M.
In artikel 3.29, tweede lid, wordt na ‘‘inpassingsplan’’ ingevoegd: en voor ‘gemeentebestuur’ ‘Onze Minister’.
- N.
Aan artikel 3.30 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4
Voor zover onder de besluiten, bedoeld in het eerste lid, onder b, mede een aanlegvergunning of bouwvergunning is begrepen, mag deze slechts en moet deze worden geweigerd, in afwijking van artikel 3.16, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk artikel 44, eerste lid, onderdeel c, van de Woningwet, indien het aanleggen of het bouwen in strijd is met het bestemmingsplan, bedoeld in het eerste lid, onder b.
- O.
In artikel 3.31, derde lid, onderdeel b, wordt ‘burgemeester en wethouders de kennisgevingen’ vervangen door: burgemeester en wethouders ten aanzien van de ontwerpen van de besluiten gezamenlijk toepassing kunnen geven aan artikel 3:11, eerste lid, van die wet en de kennisgevingen.
- P.
In artikel 3.32, eerste volzin, wordt na ‘en de andere besluiten’ ingevoegd: voor zover ten aanzien van deze besluiten gezamenlijk artikel 3.31, derde lid, is toegepast,.
- Q.
Artikel 3.33 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘besluiten als bedoeld onder b’ vervangen door: besluiten als bedoeld onder a.
- 2.
Onder vernummering van het zevende lid tot achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
7
Artikel 3.30, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat in plaats van ‘bestemmingsplan’ wordt gelezen: inpassingsplan.
- R.
Artikel 3.35 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘besluiten als bedoeld onder b’ vervangen door: besluiten als bedoeld onder a.
- 2.
Onder vernummering van het zevende lid tot achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
7
Artikel 3.30, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat in plaats van ‘bestemmingsplan’ wordt gelezen: inpassingsplan.
- S.
Aan artikel 3.38, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De kennisgeving van een besluit tot vaststelling van een beheersverordening geschiedt tevens langs elektronische weg.
- T.
In artikel 3.40, derde lid, wordt ‘artikel 3.13, derde lid’ vervangen door: artikel 3.13, vierde lid.
- U.
Artikel 3.41, tweede lid, komt te luiden:
2
Binnen een jaar nadat het besluit, bedoeld in het eerste lid, onherroepelijk is geworden, wordt toepassing gegeven aan artikel 3.27, tweede lid, met dien verstande dat in de van overeenkomstige toepassing verklaarde artikelen 3.10 tot en met 3.14 in plaats van ‘projectbesluit’ telkens wordt gelezen: een besluit als bedoeld in artikel 3.41, eerste lid. Een aldus vastgesteld inpassingsplan wordt aangemerkt als bestemmingsplan.
- V.
Artikel 3.42, tweede lid, komt te luiden:
2
Binnen een jaar nadat het besluit, bedoeld in het eerste lid, onherroepelijk is geworden, wordt toepassing gegeven aan artikel 3.29, tweede lid, met dien verstande dat in de van overeenkomstige toepassing verklaarde artikelen 3.10 tot en met 3.14 in plaats van ‘projectbesluit’ telkens wordt gelezen: een besluit als bedoeld in artikel 3.42, eerste lid. Een aldus vastgesteld inpassingsplan wordt aangemerkt als bestemmingsplan.
- W.
Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
- a.
In de eerste volzin wordt voor ‘van beheersverordeningen’ ingevoegd: omtrent de inhoud.
- b.
Er wordt een volzin toegevoegd, luidende: De kennisgeving van een besluit tot vaststelling van de verordening geschiedt tevens langs elektronische weg.
- 2.
In het vierde lid wordt na ‘vormgeving’ ingevoegd: , inrichting.
- 3.
Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
- a.
In de tweede volzin wordt ‘en afdeling 3.4, § 3.4.1 en § 3.4.2 alsmede artikel 46 van de Woningwet’ vervangen door: de paragrafen 3.4.1 en 3.4.2 alsmede Hoofdstuk IV, afdeling 1, van de Woningwet met uitzondering van artikel 57 van die wet.
- b.
Na de tweede volzin wordt een volzin ingevoegd, luidende: Gedeputeerde staten verstrekken burgemeester en wethouders de benodigde gegevens, bedoeld in artikel 57 van de Woningwet, ten behoeve van de aantekening in het openbaar register.
- X.
Artikel 4.2 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Aan het vierde lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: De kennisgeving van het ontwerp-besluit en van het besluit tot aanwijzing geschiedt tevens langs elektronische weg.
- 2.
In het vijfde lid wordt na ‘vormgeving’ ingevoegd: , inrichting.
- Y.
Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
- a.
In de derde volzin wordt na ‘vormgeving’ ingevoegd: , inrichting en beschikbaarstelling.
- b.
Er wordt een volzin toegevoegd, luidende: De kennisgeving van een besluit tot vaststelling van de algemene maatregel van bestuur geschiedt tevens langs elektronische weg.
- 2.
Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
- a.
In de tweede volzin wordt ‘en afdeling 3.4, § 3.4.1 en § 3.4.2 alsmede artikel 46 van de Woningwet’ vervangen door: de paragrafen 3.4.1 en 3.4.2 alsmede Hoofdstuk IV, afdeling 1, van de Woningwet met uitzondering van artikel 57 van die wet.
- b.
Na de tweede volzin wordt een volzin ingevoegd, luidende: Onze Minister, in voorkomend geval gezamenlijk met Onze Minister wie het aangaat, verstrekt burgemeester en wethouders de benodigde gegevens, bedoeld in artikel 57 van de Woningwet, ten behoeve van de aantekening in het openbaar register.
- c.
In de laatste volzin wordt na ‘vormgeving’ ingevoegd: , inrichting.
- Z.
Aan artikel 4.4, vierde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De kennisgeving van het ontwerp-besluit en van het besluit tot aanwijzing geschiedt tevens langs elektronische weg.
- AA.
Artikel 6.1 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
- a.
In onderdeel d wordt ‘of 3.40’ vervangen door: , 3.40, 3.41 of 3.42.
- b.
In onderdeel e wordt ‘artikel 3.18, tweede of vierde lid’ vervangen door: artikel 3.18, tweede lid.
- 2.
In het vierde lid wordt ‘onder a, b’ vervangen door: onder a, b, c.
- BB.
Artikel 6.6 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid wordt na ‘een projectbesluit nemen’ ingevoegd: of een besluit als bedoeld in artikel 3.41 nemen.
- 2.
In het tweede lid wordt na ‘een projectbesluit neemt’ ingevoegd: of een besluit als bedoeld in artikel 3.42 neemt.
- 3.
Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
5
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op tegemoetkoming in schade ten gevolge van een oorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, onder f.
- CC.
Artikel 6.12 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het derde lid wordt na ‘bedoeld in het eerste en tweede lid,’ ingevoegd: bij een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, of bij een besluit.
- 2.
In het zesde lid wordt na ‘werken’ ingevoegd: , geen bouwwerken zijnde,.
- DD.
In artikel 6.13, achtste lid, wordt ‘Bij algemene maatregel van bestuur’ vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
- EE.
In artikel 6.16 wordt ‘het gemeentebestuur’ vervangen door: de gemeente.
- FF.
Artikel 6.25 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid wordt na ‘een projectbesluit nemen’ ingevoegd ‘of een besluit als bedoeld in artikel 3.41 nemen’ en wordt na ‘burgemeester en wethouders’ ingevoegd: en wordt in plaats van ‘gemeente’ telkens gelezen: provincie.
- 2.
In het tweede lid wordt na ‘een projectbesluit neemt’ ingevoegd ‘of een besluit als bedoeld in artikel 3.42 neemt’ en wordt na ‘burgemeester en wethouders’ ingevoegd: en wordt in plaats van ‘de gemeente’ of ‘een gemeente’ telkens gelezen: het Rijk.
- 3.
In het derde lid wordt na ‘burgemeester en wethouders’ ingevoegd: en wordt in plaats van ‘de gemeente’ of ‘een gemeente’ telkens gelezen: het Rijk.
- GG.
In artikel 8.1, onderdeel a, wordt ‘artikel 6.9 of 6.10’ vervangen door: artikel 6.8 of 6.9.
- HH.
Artikel 8.2 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid, onderdeel h, wordt na ‘bestemmingsplan’ ingevoegd: of wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid.
- 2.
In het vijfde lid wordt ‘6.15, eerst lid’ vervangen door: 6.15, eerste lid.
- II.
Artikel 8.3 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid komt te luiden:
1
Voor de mogelijkheid van beroep ingevolge hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht worden als één besluit aangemerkt:
- a.
indien toepassing is gegeven aan artikel 3.30, eerste lid, onder a, 3.33, eerste lid, onder a, of 3.35, eerste lid, onder a, de daarbedoelde besluiten;
- b.
indien toepassing is gegeven aan artikel 3.30, eerste lid, onder b, 3.33, eerste lid, onder b, of 3.35, eerste lid, onder b, het besluit omtrent vaststelling van het daarbedoelde bestemmingsplan en de daarbedoelde besluiten, voor zover deze besluiten met toepassing van artikel 3.32 gelijktijdig bekend zijn gemaakt.
- 2.
In het derde lid wordt na ‘bestemmingsplan’ telkens ingevoegd ‘of inpassingsplan’ en wordt na ‘artikel 3.40, eerste lid,’ ingevoegd: 3.41, eerste lid, of 3.42, eerste lid,.
- JJ.
In artikel 8.4, eerste lid, wordt na ‘bestemmingsplan’ telkens ingevoegd: of inpassingsplan.
- KK.
In artikel 10.3, tweede lid, wordt ‘3.3 en 3.4,’ vervangen door: 3.3 en 3.4.