PJ 2017/86
Pensioenverweer (art. 1:153 lid 1 BW) kan voor het eerst in hoger beroep worden gevoerd, maar niet door echtgenoot die in eerste aanleg zelf om scheiding heeft verzocht.
HR 07-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:636
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 april 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp
- Zaaknummer
16/02832
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:636, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:9, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑05‑2016
- Wetingang
Art. 1:153 lid 1, 1:157 lid 2 BW
Essentie
Pensioenverweer (art. 1:153 lid 1 BW) kan voor het eerst in hoger beroep worden gevoerd, maar niet door echtgenoot die in eerste aanleg zelf om scheiding heeft verzocht.
Samenvatting
In cassatie wordt door de vrouw een beroep gedaan op de herstelfunctie van het hoger beroep, die het hof volgens haar heeft miskend. De Hoge Raad verwerpt het beroep: het pensioenverweer van art. 1:153 lid 1 BW kan voor het eerst in hoger beroep worden gevoerd door de oorspronkelijke verweerder, maar niet indien de oorspronkelijke verweerder ook zelf in eerste aanleg de echtscheiding heeft verzocht, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.