Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/14.5.3.4
14.5.3.4 Het belang van het begrip “eigen kring” in het btw-stelsel
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS363296:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
D.M.P.M. Stevens, Het verrichten van diensten onder bezwarende titel als belastbaar feit in de omzetbelasting (diss.), Maastricht 2001, blz. 290 en M.E. van Hilten, aantekening bij HR 8 september 1993, nr. 28 849, FED 1993/785.
Een uitzondering zijn de moeiende (sturende en beleidsbepalende) houdstervennootschappen die op grond van de holdingresolutie deel uit kunnen maken van een fiscale eenheid, ook wanneer zij geen vergoeding voor het moeien ontvangen of wanneer het moeien niet gepaard gaat met aan de btw onderworpen handelingen. Zie: Besluit van 18 februari 1991, nr. VB91/347 (holdingresolutie) V-N 1991, blz. 715, onderdeel 8. Ik merk op dat art. 11 Btw-richtlijn (ex art. 4 lid 4 Zesde richtlijn) niet de eis stelt dat een onderdeel van een fiscale eenheid op zichzelf bezien een belastingplichtige moet zijn.
Hof 's-Hertogenbosch 23 juni 2006, nr. 01/02005, NTFR 2006/1445 duidt er ook op dat de eigen kring van juridisch van elkaar te onderscheiden entiteiten is beperkt tot de situatie waarin van een fiscale eenheid sprake is. Het Hof overwoog: “Uit de vaststaande feiten volgt (...) dat (...) van elkaar te onderscheiden entiteiten zijn die elk zelfstandig economische activiteiten verrichten. Niet kan derhalve (cursivering AvD) worden gezegd dat F tot de eigen kring van belanghebbende behoort.
Het komt mij voor dat aan het begrip “eigen kring” geen zelfstandige betekenis toe hoeft te komen in het btw-stelsel. Met onder andere D.M.P.M. Stevens en Van Hilten houd ik het erop dat de “eigen kring” gedachte, zoals de Hoge Raad die formuleert als uitzondering op de algemene regel dat prestaties met een daarmee gemoeid gaand economisch belang, prestaties in het economisch verkeer zijn, slechts ziet op de fiscale eenheid.1 Slechts in het geval van een fiscale eenheid zijn er afzonderlijke belastingplichtigen te onderkennen (slechts belastingplichtigen kunnen onderdeel zijn van een fiscale eenheid2) die – omdat zij bij wijze van fictie als één belastingplichtige worden aangemerkt – een eigen kring kennen.3 De eigen kring is naar mijn mening geen oorzaak van het onbelastbaar laten van handelingen, maar een gevolg van het bestaan van een entiteit en / of belastingplichtige. Het vormt geen afzonderlijk eiland van onbelastbaarheid. Interne bedrijfshandelingen zijn mijns inziens niet onbelastbaar omdat zij in de eigen kring worden verricht. De oorzaak van de onbelastbaarheid van interne bedrijfshandelingen moet mijns inziens worden gezocht in het ontbreken van twee of meer rechtssubjecten waartussen een rechtsbetrekking waarneembaar is op grond waarvan een levering van goederen of diensten wordt verricht.