V-N 2014/10.16
Fiscale eenheid heeft geen recht op btw-teruggaaf van uitgetreden werkmaatschappij in verband met oninbare vorderingen
HR 07-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:226, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 februari 2014
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Punt, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
12/02540
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BZ5116
- JCDI
JCDI:ADS917048:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:226, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5116, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑02‑2013
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het recht op teruggaaf is ontstaan in tijdvakken waarin C bv geen deel meer uitmaakte van de f.e. X. X heeft dan geen recht op de teruggaven.
Samenvatting
A, B bv en C bv vormen een f.e. (X) voor de btw. Vanaf 20 juli 2005 behoort C bv (de werkmaatschappij) niet meer tot de f.e. en op 16 januari 2006 wordt C bv failliet verklaard. Eind 2006 koopt Z bv de aandelen B bv van A. Vanaf eind 2007 dient X diverse verzoeken tot teruggaaf van btw in die is vermeld op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.