Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling zeevisserij
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
21-12-2023, Stcrt. 2023, 35804 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: WJZ/41350256)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2023, Stcrt. 2023, 35804 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: WJZ/41350256)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Van het verbod, bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, kan op grond van artikel 6d van het Reglement zee- en kustvisserij 1977 uitsluitend ontheffing worden verleend, voor het uitoefenen van de visserij ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek, voor zover:
- a.
het onderzoek wordt begeleid door een wetenschappelijk instituut;
- b.
het onderzoek, blijkens het bij de aanvraag voor de ontheffing te overleggen projectplan, naar het oordeel van de minister in het belang is van de Nederlandse visserij;
- c.
het de vissoorten betreft waarop het onderzoek betrekking heeft;
- d.
de resultaten van het onderzoek beschikbaar worden gesteld voor de Nederlandse visserijsector; en
- e.
de totale vangsten waarvoor ontheffing wordt verleend het in artikel 33, zesde lid, van de controleverordening, genoemde percentage van de in bijlage I van de verordening vangstmogelijkheden of in bijlage I bij de verordening vangstmogelijkheden 2023, voor zover van toepassing voor 2024, aan Nederland toegewezen vangstmogelijkheden niet te boven gaat.