RBP 2018/8
Niet-beëdigde raadsheer-plaatsvervanger. Nietigheid beschikking. Leidt het feit dat een beschikking gegeven door een (nog) niet beëdigde raadsheer-plaatsvervanger tot nietigheid van die beschikking?
HR 06-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2561
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/00336
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- JCDI
JCDI:ADS927925:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2561, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:931, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2017
- Wetingang
Art. 2 lid 1, 5b lid 1, 5b lid 4, 5g lid 1 Wrra 1957; art. 5 lid 2, 6 lid 2, 40 lid 1, 2, 58 lid 1 Wet RO
Essentie
Niet-beëdigde raadsheer-plaatsvervanger.
Leidt het feit dat een beschikking gegeven door een (nog) niet beëdigde raadsheer-plaatsvervanger tot nietigheid van die beschikking?
Samenvatting
Op 29 april 2016 heeft de kinderrechter bij beschikking de ondertoezichtstelling bevolen van een minderjarig meisje. De moeder van het meisje heeft hoger beroep ingesteld tegen die beschikking. Dat hoger beroep is op 16 september 2016 behandeld door de meervoudige kamer van het Hof Amsterdam. Het hof heeft uitspraak gedaan op 25 oktober 2016. Na de uitspraak van het hof heeft de advocaat van de moeder een brief van de president van het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.