Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1435/2003 betreffende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE)
Artikel 47 Vertegenwoordigingsbevoegdheid en aansprakelijkheid van de SCE
Geldend
Geldend vanaf 21-08-2003
- Bronpublicatie:
22-07-2003, PbEU 2003, L 207 (uitgifte: 18-08-2003, regelingnummer: 1435/2003)
- Inwerkingtreding
21-08-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-07-2003, PbEU 2003, L 207 (uitgifte: 18-08-2003, regelingnummer: 1435/2003)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Wanneer de uitoefening van de bevoegdheid om de SCE tegenover derden te vertegenwoordigen overeenkomstig artikel 37, lid 1, en artikel 42, lid 1, wordt toegekend aan meer dan één lid, oefenen deze leden die bevoegdheid gezamenlijk uit, tenzij overeenkomstig het recht van de lidstaat waar de SCE haar statutaire zetel heeft in de statuten anders kan worden bepaald; in dat geval kan deze bepaling aan derden worden tegengeworpen wanneer zij overeenkomstig artikel 11, lid 5, en artikel 12 openbaar is gemaakt.
2.
De SCE wordt ten opzichte van derden gebonden door de rechtshandelingen van haar organen, zelfs indien deze handelingen niet binnen haar doel vallen, tenzij door genoemde handelingen de bevoegdheden worden overschreden die deze organen krachtens het recht van de lidstaat waar de SCE haar statutaire zetel heeft, worden of kunnen worden verleend.
De lidstaten kunnen evenwel bepalen dat de SCE niet wordt gebonden wanneer deze handelingen de grenzen van haar doel overschrijden, indien zij bewijst dat de derde wist dat de handeling de grenzen van dit doel overschreed, of hiervan, gezien de omstandigheden, niet onkundig kon zijn; openbaarmaking van de statuten alleen is hiertoe echter geen voldoende bewijs.
3.
De grenzen welke door de statuten of door een beslissing van de bevoegde organen aan de bevoegdheden van de organen van de SCE worden gesteld, kunnen nooit aan derden worden tegengeworpen, zelfs niet indien zij openbaar zijn gemaakt.
4.
Een lidstaat kan bepalen dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid bij de statuten kan worden verleend aan één persoon of aan verscheidene personen die gezamenlijk handelen. In die wetgeving kan worden voorgeschreven dat deze statutaire bepaling aan derden kan worden tegengeworpen, mits zij betrekking heeft op de algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid. Voor de tegenwerpbaarheid aan derden van een dergelijke bepaling geldt het bepaalde in artikel 12.