Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1435/2003 betreffende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE)
Artikel 46 Voorwaarden voor de benoembaarheid
Geldend
Geldend vanaf 21-08-2003
- Bronpublicatie:
22-07-2003, PbEU 2003, L 207 (uitgifte: 18-08-2003, regelingnummer: 1435/2003)
- Inwerkingtreding
21-08-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-07-2003, PbEU 2003, L 207 (uitgifte: 18-08-2003, regelingnummer: 1435/2003)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
In de statuten van de SCE kan worden bepaald dat een vennootschap in de zin van artikel 48 van het Verdrag lid van een orgaan kan zijn, tenzij in de wetgeving inzake coöperaties van de lidstaat waar de SCE haar statutaire zetel heeft, anders is bepaald.
De vennootschap wijst voor de uitoefening van de bevoegdheden in het betrokken orgaan een natuurlijke persoon als vertegenwoordiger aan. Voor deze vertegenwoordiger gelden dezelfde voorwaarden en verplichtingen als wanneer hij persoonlijk lid van dit orgaan zou zijn.
2.
Niemand kan lid zijn of vertegenwoordiger van een lid van een orgaan van de SCE, in de zin van lid 1, die:
- —
volgens het recht van de lidstaat waar de SCE haar statutaire zetel heeft, geen deel mag uitmaken van het overeenkomstige orgaan van een onder het recht van die lidstaat ressorterende coöperatie,
- —
geen deel mag uitmaken van het overeenkomstige orgaan van een onder het recht van een lidstaat ressorterende coöperatie ingevolge een in een lidstaat gegeven administratieve of rechterlijke beslissing.
3.
In de statuten van de SCE kunnen, overeenkomstig het coöperatierecht van de lidstaat, voor de benoembaarheid van de leden die het bestuursorgaan vertegenwoordigen, bijzondere voorwaarden worden gesteld.