Einde inhoudsopgave
Successiebelastingverordening 1908 [Sint Maarten]
Artikel 10 [Bij scheiding en deling door overledene verkregen levenslang vruchtgenot of periodieke uitkering]
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Deze landsverordening verkrijgt de status van landsverordening van Sint Maarten. Voorheen landsverordening van de Nederlandse Antillen. De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-12-2001 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
20-12-2010, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2010, GT 30 (uitgifte: 20-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt krachtens art. 131 van de Staatsregeling tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Sint Maarten
Het aandeel van een overledene in eene onverdeeldheid, die opgelost is door eene verdeling, waarbij de overledene een van zijn leven afhankelijk vruchtgenot of periodieke uitkeering heeft verkregen, wordt voor de toepassing dezer verordening geacht door hem te zijn nagelaten en bij legaat te zijn verkregen door zijne bloed- of aanverwanten tot den vierden graad ingesloten of hunne echtgenooten, aan wie goederen als hoofdgerechtigde of onder den last van periodieke uitkeering werden toebedeeld, tenzij de verdeling heeft plaats gehad bij eene akte, die eene zekere dagteekening heeft, meer dan een jaar aan het overlijden voorafgaande.
Heeft de overledene bij de verdeling, behalve het vruchtgenot of de periodieke uitkeering, baten verkregen, dan mag de waarde, die deze hadden bij de verdeling, in mindering van de waarde van het aan te geven aandeel worden gebracht.