NJ 2016/389
Afwijzing verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak teneinde onderzoek te doen naar de detentiegeschiktheid van verdachte voldoende gemotiveerd.
HR 24-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:953, m.nt. B.F. Keulen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 mei 2016
- Magistraten
Mrs. A.JA. van Dorst, J. de Hullu, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/02461
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154101:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:953, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:386, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑10‑2015
- Wetingang
Essentie
Bij pleidooi verzoekt de raadsman om aanhouding van de behandeling voor nader onderzoek naar de detentiegeschiktheid van verdachte. Het hof heeft, overwegend dat zo’n onderzoek ‘in dit stadium’ niet noodzakelijk is, kennelijk bedoeld tot uitdrukking te brengen dat het de namens de verdachte aangevoerde omstandigheden heeft betrokken bij zijn beslissing omtrent de op te leggen straf en dat het verder onderzoek dienaangaande niet noodzakelijk heeft geoordeeld. Gelet op enerzijds het uitzonderlijke karakter van de relevantie van detentieongeschiktheid in het kader van de straftoemeting en de eisen die daarom aan de onderbouwing van een verzoek tot onderzoek daarnaar mogen worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.