Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.10.4 Hoogte subsidie
Geldend
Geldend van 01-01-2020 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
08-12-2019, Stcrt. 2019, 39208 jo Stcrt. 2019, 68296 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: WJZ/ 19228331)
07-07-2019, Stcrt. 2019, 39208 jo Stcrt. 2019, 68296 (uitgifte: 11-07-2019, regelingnummer: WJZ/ 19140701)
08-12-2019, Stcrt. 2019, 68296 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: WJZ/ 19228331)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2019, Stcrt. 2019, 39208 (uitgifte: 11-07-2019, regelingnummer: WJZ/ 19140701)
08-12-2019, Stcrt. 2019, 68296 (uitgifte: 12-12-2019, regelingnummer: WJZ/ 19228331)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
De geldlening die op grond van de overeenkomst van geldlening ten hoogste kan worden geleend, bedraagt 50 procent van het investeringsbudget, doch ten hoogste € 10.000.000 per subsidieontvanger.