Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 767/2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening)
Artikel 50 Monitoring en evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 27-12-2023
- Bronpublicatie:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2667 (uitgifte: 07-12-2023, regelingnummer: 2023/2667)
- Inwerkingtreding
27-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2667 (uitgifte: 07-12-2023, regelingnummer: 2023/2667)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
1.
eu-LISA zorgt ervoor dat er procedures zijn om de resultaten, de kosteneffectiviteit, de beveiliging en de kwaliteit van de dienstverlening van het VIS te toetsen aan de doelstellingen.
2.
Met het oog op het technisch onderhoud heeft eu-LISA toegang tot de vereiste informatie over de in het VIS verrichte gegevensverwerkingsactiviteiten.
3.
Om de twee jaar legt eu-LISA aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag voor over de technische werking van het VIS, inclusief de beveiliging en de kosten ervan. Het verslag bevat ook een evaluatie van het gebruik van gezichtsopnamen ter identificatie van personen, zodra deze technologie wordt gebruikt, en een beoordeling van eventuele ondervonden moeilijkheden.
3 bis.
Na de datum van ingebruikname van het EU-VAP als bedoeld in artikel 2 bis, lid 1, punt f bis), heeft het in lid 3 van dit artikel bedoelde verslag over de technische werking van het VIS ook betrekking op de technische werking van het EU-VAP.
4.
Elke lidstaat en Europol stellen, met inachtneming van de bepalingen van nationaal recht inzake de bekendmaking van gevoelige informatie, jaarverslagen op over de doeltreffendheid van de toegang tot VIS-gegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden, waarin informatie en statistieken zijn opgenomen over het volgende:
- a)
het exacte doel van de raadpleging, met inbegrip van het soort terroristisch misdrijf of ander ernstig strafbaar feit;
- b)
redelijke gronden voor het gegronde vermoeden dat de verdachte, de dader of het slachtoffer onder de onderhavige verordening valt;
- c)
het aantal verzoeken om toegang tot het VIS voor rechtshandhavingsdoeleinden en voor toegang tot gegevens over kinderen jonger dan 14 jaar;
- d)
het aantal en het soort gevallen waarin de spoedprocedures bedoeld in artikel 22 quindecies, lid 2, zijn gebruikt, met inbegrip van de gevallen waarin de urgentie door het centrale toegangspunt niet werd aanvaard bij de verificatie achteraf;
- e)
het aantal en het soort van gevallen die hebben geleid tot succesvolle identificaties.
De jaarverslagen van de lidstaten en van Europol worden uiterlijk 30 juni van het daaropvolgende jaar aan de Commissie toegezonden.
Een technische oplossing wordt ter beschikking van de lidstaten gesteld om het hen gemakkelijker te maken die gegevens overeenkomstig hoofdstuk III ter te verzamelen met het oog op het genereren van de in dit lid bedoelde statistieken. De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, specificaties vast betreffende de technische oplossing. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 49, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
5.
Drie jaar na de datum van ingebruikneming van het VIS, op grond van artikel 11 van Verordening 2021/1134 , en vervolgens om de vier jaar, stelt de Commissie een algemene evaluatie van het VIS op. In de algemene evaluatie worden de bereikte resultaten afgezet tegen de doelstellingen en de gemaakte kosten, en wordt nagegaan of de uitgangspunten nog gelden, wat de gevolgen zijn voor de grondrechten, hoe de onderhavige verordening wordt toegepast met betrekking tot het VIS, hoe de beveiliging van het VIS is, hoe gebruik wordt gemaakt van de in artikel 31 bedoelde bepalingen en welke gevolgen een en ander voor toekomstige werkzaamheden heeft. De evaluatie bevat ook een gedetailleerde analyse van de gegevens in de jaarverslagen als bedoeld in lid 4 van het onderhavige artikel om de doeltreffendheid van de toegang tot VIS-gegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden te beoordelen. In de evaluatie wordt ook beoordeeld of de bevraging van het Ecris-TCN door het VIS heeft bijgedragen aan de ondersteuning van de doelstelling om na te gaan of de aanvrager een bedreiging vormt voor de openbare orde of de openbare veiligheid. De Commissie legt deze evaluatie voor aan het Europees Parlement en de Raad.
6.
De lidstaten verstrekken eu-LISA en de Commissie de informatie die nodig is om de in de leden 3, 4, 5 en 8 bedoelde verslagen op te stellen.
7.
Eu-LISA verstrekt de Commissie de informatie die nodig is om de in de leden 5 en 8 bedoelde algemene evaluatie op te stellen.
8.
Drie jaar na de datum van ingebruikname van het EU-VAP als bedoeld in artikel 2 bis, lid 1, punt f bis), van deze verordening evalueert de Commissie de werking van het EU-VAP. Daarbij worden de bereikte resultaten getoetst aan de doelstellingen en wordt nagegaan hoe Verordening (EG) nr. 810/2009 en deze verordening zijn toegepast.
De Commissie legt de in lid 1 bedoelde evaluatie voor aan het Europees Parlement en de Raad. Zo nodig dient de Commissie op basis van de evaluatie passende wetgevingsvoorstellen in.