Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 767/2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening)
Artikel 31 Doorgifte van gegevens aan derde landen of naar internationale organisaties
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf een door de Commissie vastgestelde datum.
- Bronpublicatie:
07-07-2021, PbEU 2021, L 248 (uitgifte: 13-07-2021, regelingnummer: 2021/1134)
- Inwerkingtreding
02-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2021, PbEU 2021, L 248 (uitgifte: 13-07-2021, regelingnummer: 2021/1134)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
1.
De overeenkomstig de onderhavige verordening in het VIS verwerkte gegevens worden niet doorgegeven aan of ter beschikking gesteld van een derde land of een internationale organisatie, met uitzondering van de doorgifte aan Interpol met het oog op het uitvoeren van de in artikel 9 bis, lid 4, punt g), en artikel 22 ter, lid 3, punt g) van de onderhavige verordening bedoelde zoekopdrachten. De doorgifte van persoonsgegevens aan Interpol is onderworpen aan hoofdstuk V van Verordening (EU) 2018/1725 en hoofdstuk V van Verordening (EU) 2016/679.
2.
In afwijking van lid 1 van dit artikel kunnen de bevoegde autoriteiten toegang hebben tot de in artikel 9, punt 4, punten a), b), c bis), k) en m), artikel 9, punten 6 en 7 of artikel 22 bis, lid 1, punten d) tot en met i) en k), van de onderhavige verordening bedoelde gegevens en mogen zij deze gegevens doorgeven aan of ter beschikking stellen van een derde land of een in de bijlage vermelde internationale organisatie, op voorwaarde dat dit in individuele gevallen noodzakelijk is om de identiteit van onderdanen van derde landen aan te tonen met het oog op terugkeer overeenkomstig Richtlijn 2008/115/EG, of, met betrekking tot de doorgifte aan een in de bijlage van de onderhavige verordening vermelde internationale organisatie, met het oog op hervestiging in overeenstemming met Europese of nationale hervestigingsregelingen, en op voorwaarde dat aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a)
de Commissie heeft een besluit genomen over het passende niveau van bescherming van persoonsgegevens in dat derde land of die internationale organisatie overeenkomstig artikel 45, lid 3, van Verordening (EU) 2016/679;
- b)
er is voorzien in passende waarborgen als bedoeld in artikel 46 van Verordening (EU) 2016/679, bijvoorbeeld door middel van een van kracht zijnde overnameovereenkomst tussen de Unie of een lidstaat en het betrokken derde land;
- c)
artikel 49, lid 1, punt d), van Verordening (EU) 2016/679 is van toepassing.
Bovendien mogen de in de eerste alinea bedoelde gegevens alleen worden doorgegeven indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
- a)
de gegevens worden doorgegeven overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Unierecht, met name de bepalingen inzake gegevensbescherming, overnameovereenkomsten en het nationale recht van de lidstaat die de gegevens doorgeeft;
- b)
de lidstaat die de gegevens in het VIS heeft ingevoerd, heeft hiermee ingestemd;
- c)
het derde land of de internationale organisatie stemt ermee in de gegevens uitsluitend voor de doeleinden waarvoor zij zijn verstrekt, te verwerken.
Onverminderd de eerste en tweede alinea van dit lid geldt dat indien ten aanzien van een onderdaan van een derde land een uit hoofde van Richtlijn 2008/115/EG vastgesteld terugkeerbesluit is uitgevaardigd, de in de eerste alinea bedoelde gegevens alleen mogen worden doorgegeven indien de tenuitvoerlegging van dit terugkeerbesluit niet is geschorst en er geen hoger beroep is ingesteld dat tot schorsing van de tenuitvoerlegging ervan kan leiden.
3.
De doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties overeenkomstig lid 2 laat de rechten van personen die om internationale bescherming hebben verzocht of internationale bescherming genieten, onverlet, met name ten aanzien van non-refoulement.
4.
De door een lidstaat of Europol voor rechtshandhavingsdoeleinden uit het VIS verkregen persoonsgegevens mogen niet worden doorgegeven aan of ter beschikking worden gesteld van derde landen, internationale organisaties of in of buiten de Unie gevestigde particuliere organisaties. Het verbod geldt ook indien deze gegevens op nationaal niveau of tussen lidstaten onderling verder worden verwerkt uit hoofde van Richtlijn (EU) 2016/680.
5.
In afwijking van lid 4 van dit artikel bis mag de aangewezen autoriteit de in artikel 9, punt 4, punten a) tot en met c bis), en in artikel 22 bis, lid 1, punten d) tot en met g), bedoelde gegevens in individuele gevallen aan een derde land doorgeven, maar uitsluitend indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
- a)
er is sprake van een uitzonderlijk geval van urgentie met:
- i)
een dreigend gevaar in verband met een terroristisch misdrijf, of
- ii)
een dreigend gevaar voor het leven van een persoon in verband met een ernstig strafbaar feit;
- b)
de doorgifte van de gegevens is noodzakelijk voor het voorkomen, opsporen of onderzoeken, op het grondgebied van de lidstaten of in het betrokken derde land, van een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit;
- c)
de aangewezen autoriteit heeft toegang tot deze gegevens volgens de in de artikelen 22 quindecies en 22 sexdecies bedoelde procedure en voorwaarden;
- d)
de doorgifte geschiedt overeenkomstig de toepasselijke voorwaarden van Richtlijn (EU) 2016/680, met name hoofdstuk V;
- e)
het derde land heeft een naar behoren gemotiveerd schriftelijk of elektronisch verzoek ingediend;
- f)
er wordt gewaarborgd dat het verzoekende land op basis van wederkerigheid alle in zijn bezit zijnde gegevens in visuminformatiesystemen zal verstrekken aan de lidstaten die het VIS gebruiken.
Indien een doorgifte overeenkomstig de eerste alinea van dit lid plaatsvindt, wordt deze gedocumenteerd en wordt de documentatie desgevraagd ter beschikking gesteld van de in artikel 41, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/680 bedoelde toezichthoudende autoriteit, met inbegrip van de datum en het tijdstip van doorgifte, informatie over de ontvangende bevoegde autoriteit, de reden voor de doorgifte en de doorgegeven persoonsgegevens zelf.