FED 2018/173
Eindarrest omtrent de verenigbaarheid van art. 10a Wet VPB 1969 met de vrijheid van vestiging in het licht van de uit het Groupe Steria-arrest voortvloeiende ‘per-elementbenadering’
HR 19-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1968, m.nt. D.S. Smit (Italiaanse beursvennootschaparrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. Punt, Overgaauw, Van Loon, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
15/00194
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
D.S. Smit
- Roepnaam
Italiaanse beursvennootschaparrest
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS274164:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1968, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:624, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2018
ECLI:NL:HR:2016:1350, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:1697, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑08‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑04‑2015
- Wetingang
Art. 10a lid 2 aanhef en letter b, en lid 3, art. 15 Wet VPB 1969 (tekst 2004); art. 43 EG (thans art. 49 VWEU); ‘Per-elementbenadering’
Essentie
Eindarrest omtrent de verenigbaarheid van art. 10a Wet VPB 1969 met de vrijheid van vestiging in het licht van de uit het Groupe Steria-arrest voortvloeiende ‘per-elementbenadering’
Samenvatting
De aandelen van belanghebbende (BV X) werden gehouden door de Zweedse topholding M van het B-concern. In april 2004 maakte het B-concern bekend dat het de Italiaanse concernvennootschap C SpA, dat voor ruim 71% in handen was van M, van de beurs wilde halen. Dit werd vormgegeven door binnen het B-concern een geldlening van ruim € 237,3 miljoen aan belanghebbende te verstrekken voor de storting van kapitaal in een andere ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.