Einde inhoudsopgave
Verordening (EU, EURATOM) nr. 1141/2014 statuut en financiering Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen
Artikel 33 Bescherming van persoonsgegevens
Geldend
Geldend vanaf 24-11-2014
- Bronpublicatie:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1141/2014)
- Inwerkingtreding
24-11-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2014, PbEU 2014, L 317 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: 1141/2014)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Kiesrecht
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Bij de verwerking van persoonsgegevens op grond van deze verordening nemen de Autoriteit, het Europees Parlement en het in artikel 11 bedoelde comité van onafhankelijke vooraanstaande personen Verordening (EG) nr. 45/2001 in acht. Bij de verwerking van persoonsgegevens gelden zij als verantwoordelijke voor de verwerking in de zin van artikel 2, onder d), van die verordening.
2.
Bij de verwerking van persoonsgegevens op grond van deze verordening voldoen de Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen, de lidstaten, bij het uitoefenen van de controle op bepaalde aspecten van de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen overeenkomstig artikel 24, en de onafhankelijke organen of deskundigen die bevoegd zijn om rekeningen te controleren overeenkomstig artikel 23, lid 1, aan Richtlijn 95/46/EG en de op grond daarvan vastgestelde nationale bepalingen. Bij de verwerking van persoonsgegevens gelden zij als verantwoordelijke voor de verwerking in de zin van artikel 2, onder d), van die richtlijn.
3.
De Autoriteit, het Europees Parlement en het in artikel 11 bedoelde comité van onafhankelijke vooraanstaande personen zien erop toe dat de persoonsgegevens die zij op grond van deze verordening verzamelen, uitsluitend worden gebruikt om te waarborgen dat de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en het lidmaatschap van Europese politieke partijen wettig, regelmatig en transparant zijn. Zij wissen alle voor dit doel verzamelde persoonsgegevens uiterlijk 24 maanden nadat de relevante delen ervan zijn gepubliceerd overeenkomstig artikel 32.
4.
De lidstaten en de onafhankelijke organen of deskundigen die gemachtigd zijn om rekeningen te controleren, gebruiken de persoonsgegevens die zij ontvangen alleen om toezicht uit te oefenen op de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen. Zij wissen deze persoonsgegevens overeenkomstig het toepasselijke nationale recht na de doorgifte daarvan overeenkomstig artikel 28.
5.
Persoonsgegevens mogen langer worden bewaard dan de in lid 3 vastgestelde termijnen of de termijnen waarin het in lid 4 bedoelde toepasselijke nationale recht voorziet, indien dit nodig is in verband met juridische of administratieve procedures betreffende de financiering van een Europese politieke partij of een Europese politieke stichting, of betreffende het lidmaatschap van een Europese politieke partij. Uiterlijk één week nadat voornoemde procedures met een definitief besluit worden afgerond of eventuele audits, beroepsprocedures, geschillen of claims zijn afgehandeld, worden dergelijke persoonsgegevens gewist.
6.
De in de leden 1 en 2 bedoelde voor de verwerking verantwoordelijke entiteiten nemen passende technische en organisatorische maatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen ongewilde dan wel onrechtmatige vernietiging, ongewild verlies, wijziging of niet-toegestane verspreiding of toegang, met name wanneer de verwerking doorgifte van gegevens via een netwerk omvat, dan wel tegen enige andere vorm van onwettige verwerking.
7.
Het is de verantwoordelijkheid van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming erop toe te zien en te waarborgen dat de Autoriteit, het Europees Parlement en het in artikel 11 bedoelde comité van onafhankelijke vooraanstaande personen de fundamentele rechten en vrijheden van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens op grond van deze verordening eerbiedigen en beschermen. Elke betrokkene kan, onverminderd de mogelijkheden van beroep voor de rechter, een verzoek indienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming indien hij van oordeel is dat zijn recht op bescherming van zijn persoonsgegevens door de verwerking van die gegevens door de Autoriteit, het Europees Parlement of het comité is geschonden.
8.
De Europese politieke partijen en de Europese politieke stichtingen, de lidstaten en de onafhankelijke organen of deskundigen die gemachtigd zijn om krachtens deze verordening rekeningen te controleren, zijn overeenkomstig het toepasselijke nationale recht aansprakelijk voor schade die zij veroorzaken bij de verwerking van persoonsgegevens op grond van deze verordening. De lidstaten waarborgen dat inbreuken op deze verordening, op Richtlijn 95/46/EG en op de op grond daarvan vastgestelde nationale bepalingen, en met name het frauduleus gebruik van persoonsgegevens, strafbaar worden gesteld met doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties.