BNB 2014/127
Cilfit-criteria. Hoge Raad stelt prejudiciële vragen nu een lagere nationale rechter prejudiciële vragen stelde over een kwestie waarin de Hoge Raad ‘acte clair’ ziet. Betekenis E 101-verklaring voor een Rijnvarende
HR 28-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:683, m.nt. P. Kavelaars
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 maart 2014
- Magistraten
Mrs. Feteris, Schaap, Van Loon, Fierstra, Groeneveld
- Zaaknummer
12/03718
- Noot
P. Kavelaars
- JCDI
JCDI:ADS918073:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
EU-recht (V)
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:82, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑01‑2016
ECLI:NL:HR:2014:683, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑06‑2012
- Wetingang
Art. 267 VWEU; art. 4 lid 3 VEU; art. 7 lid 2 onderdeel a Verordening (EEG) 1408/71; Rijnvarendenverdrag algemeen
Essentie
Cilfit-criteria. Hoge Raad stelt prejudiciële vragen nu een lagere nationale rechter prejudiciële vragen stelde over een kwestie waarin de Hoge Raad ‘acte clair’ ziet. Betekenis E 101-verklaring voor een Rijnvarende
Samenvatting
Belanghebbende woonde in 2007 in Nederland en werkte van 1 januari 2007 - 30 juni 2007 als kapitein van een binnenvaartschip voor een Luxemburgse vennootschap. Hij werkte op het grondgebied van EU-lidstaten, voornamelijk op de Rijn. Door Luxemburg is aan hem een E 101-verklaring afgegeven, inhoudende dat de socialezekerheidswetgeving van Luxemburg op hem van toepassing is op grond van Verordening (EEG) 1408/71. Voor het Hof was in geschil of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.