Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/281:281 Oordeel
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/281
281 Oordeel
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691513:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HR 21 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA9610, NJ 2009/50 met nt. Jac. Hijma (Ammerlaan/Enthoven). Zie ook HR 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:95, NJ 2014/236 met nt. T.F.E. Tjong Tjin Tai.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ingeval van een ongerechtvaardigd beroep op opschorting blijft de verbintenis van verweerder opeisbaar, schiet hij tekort in de nakoming van zijn verbintenis en raakt hij zonder ingebrekestelling in verzuim (art. 6:83 sub c BW).1 Ingeval van terechte opschorting wordt de verbintenis (tijdelijk) niet opeisbaar. Een gerechtvaardigd beroep op een opschortingsrecht leidt in de regel tot schuldeisersverzuim (art. 6:59 BW); dat staat er dan aan in de weg dat verweerder in verzuim raakt (art. 6:61 lid 2 BW).