NJ 2020/386
Onrechtmatige wetgeving. Grondrechten; privacy; evenredigheidseis; onverbindendverklaring.
Rb. Den Haag 05-02-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:865, m.nt. E.J. Dommering
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
5 februari 2020
- Magistraten
Mrs. M.C. Ritsema van Eck-van Drempt, J.S. Honée, H.J. van Harten
- Zaaknummer
C-09-550982-HA ZA 18-388
- Noot
E.J. Dommering
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS237607:1
- Vakgebied(en)
Privacy / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2020:865, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 05‑02‑2020
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige wetgeving. Grondrechten; privacy; evenredigheidseis; onverbindendverklaring.
Samenvatting
De SyRI-wetgeving voldoet niet aan de in art. 8 lid 2 EVRM gestelde eis dat de inmenging in de uitoefening van het recht op respect voor het privéleven noodzakelijk is in een democratische samenleving, dat wil zeggen noodzakelijk, evenredig (proportioneel) en subsidiair in relatie tot het beoogde doel. De rechtbank zet de inhoud van de SyRI-wetgeving in het licht van de doelen die deze wetgeving dient, af tegen de inbreuk op het privéleven die de SyRI-wetgeving maakt. Zij is van oordeel dat de wetgeving niet voldoet aan de ‘fair balance’ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.