Einde inhoudsopgave
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
Artikel 65 Systeem risico indicatie (SyRI)
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 25-05-2018
- Bronpublicatie:
11-07-2018, Stb. 2018, 247 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken: 34939)
- Inwerkingtreding
28-07-2018, terugwerkend tot: 25-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2018, Stb. 2018, 248 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 64 verwerkt Onze Minister als verwerkingsverantwoordelijke op verzoek van de bestuursorganen en personen, bedoeld in artikel 64, eerste lid, gegevens, bedoeld in artikel 64, tweede lid, in het systeem risico indicatie voor het uitvoeren van risicoanalyses ten behoeve van het doel, bedoeld in artikel 64, eerste lid.
2.
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, kunnen uitsluitend worden gebruikt voor het doen van een risicomelding over een natuurlijke persoon of rechtspersoon ten behoeve van het doel, bedoeld in artikel 64, eerste lid. Onder risicomelding wordt verstaan de verstrekking op naam uit het systeem risico indicatie die een constatering van een verhoogd risico op onrechtmatig gebruik van overheidsgelden en overheidsvoorzieningen op het terrein van de sociale zekerheid en de inkomensafhankelijke regelingen, belasting- en premiefraude dan wel het niet naleven van de arbeidswetten door een natuurlijke persoon of rechtspersoon bevat en waarvan de risicoanalyse, die bestaat uit gegevens uit het systeem risico indicatie die in samenhang wordt gepresenteerd, onderdeel is.
3.
Onze Minister:
- a.
doet in individuele gevallen risicomeldingen aan de bestuursorganen en personen, bedoeld in artikel 64, eerste lid, voor zover het verzoek, bedoeld in het eerste lid, van hen afkomstig is en voor zover dat noodzakelijk is voor een goede uitvoering van hun wettelijke taak; en
- b.
kan op verzoek risicomeldingen doen aan het openbaar ministerie en de politie voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van hun wettelijke taak.
4.
Een ieder die krachtens dit artikel de beschikking krijgt over in een risicomelding neergelegde gegevens met betrekking tot een natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in het tweede lid, is verplicht tot geheimhouding daarvan met overeenkomstige toepassing van de ten aanzien van de gegevens geldende wettelijke geheimhoudingsplicht.
5.
Onze Minister bewaart het gegeven dat een risicomelding heeft plaatsgevonden niet langer dan noodzakelijk is voor het doel van het verwerken van de risicomeldingen maar niet langer dan twee jaar.
6.
Het bestuursorgaan of de persoon die een risicomelding ontvangt, kan gedurende twee jaren gebruik maken van de risicomelding en koppelt de resultaten van de risicomelding terug aan Onze Minister.
7.
De gegevens, bedoeld in het tweede lid, worden uit het systeem risico indicatie verwijderd uiterlijk twee jaren na opneming in het systeem.
8.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent het bepaalde in dit artikel. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op:
- a.
het samenwerkingsverband;
- b.
de voorwaarden voor het verzoek, bedoeld in het eerste lid;
- c.
de wijze waarop de gegevens ten behoeve van het systeem risico indicatie worden verstrekt en de gegevens die in het systeem worden verwerkt;
- d.
het aanwijzen van een verwerker;
- e.
de taak van de verwerker waaronder pseudonimisering van de in het tweede lid genoemde gegevens voor het uitvoeren van een risicoanalyse in het systeem risico indicatie;
- f.
de analyse van de gegevens door Onze Minister;
- g.
de wijze waarop de verstrekking van gegevens uit het systeem risico indicatie plaatsvindt;
- h.
een door Onze Minister uit te voeren evaluatie naar aanleiding van de ontvangen terugkoppelingen, bedoeld in het zesde lid.