Einde inhoudsopgave
Wet tuchtrechtspraak accountants
Artikel 29
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2009
- Bronpublicatie:
27-06-2008, Stb. 2008, 290 (uitgifte: 22-07-2008, kamerstukken: 30397)
- Inwerkingtreding
01-05-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-01-2009, Stb. 2009, 21 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
1.
De voorzitter heeft de leiding van de zitting.
2.
De secretaris houdt aantekening van het verhandelde ter zitting.
3.
De secretaris maakt een proces-verbaal op van de zitting, indien de accountantskamer dit ambtshalve dan wel op verzoek van de betrokkene of de klager bepaalt en indien hoger beroep wordt ingesteld.
4.
Het proces-verbaal bevat de namen van de voorzitter en de leden die de zaak behandelen, die van partijen en van hun vertegenwoordigers of gemachtigden die op de zitting zijn verschenen en van degenen die hen hebben bijgestaan, en die van de getuigen, deskundigen en tolken die op de zitting zijn verschenen.
5.
Het proces-verbaal houdt een beschrijving in van hetgeen op de zitting met betrekking tot de zaak is voorgevallen.
6.
Het proces-verbaal wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
7.
Aan het proces-verbaal kunnen overgelegde pleitnotities worden gehecht.
8.
De accountantskamer kan bepalen dat de verklaring van een partij, getuige of deskundige geheel in het proces-verbaal zal worden opgenomen. In dat geval wordt de verklaring onverwijld op schrift gesteld en aan de partij, getuige of deskundige voorgelezen. Deze mag daarin wijzigingen aanbrengen, die op schrift worden gesteld en aan de partij, getuige of deskundige worden voorgelezen. De verklaring wordt door de partij, getuige of deskundige ondertekend. Heeft ondertekening niet plaats, dan wordt de reden daarvan in het proces-verbaal vermeld.