Einde inhoudsopgave
Besluit slachtoffers van strafbare feiten
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Bronpublicatie:
24-08-2016, Stb. 2016, 310 (uitgifte: 05-09-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-03-2017, Stb. 2017, 128 (uitgifte: 31-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting kunnen de volgende maatregelen worden genomen voor het overeenkomstig artikel 10, eerste lid, geïdentificeerde slachtoffer met specifieke beschermingsbehoeften:
- a.
tussen slachtoffer en verdachten, onder meer tijdens het afleggen van een getuigenverklaring, kan geen oogcontact plaatsvinden, doordat gebruik wordt gemaakt van passende middelen, waaronder communicatietechnologie overeenkomstig artikel 131a van de wet en artikel 78a van het Wetboek van Strafrecht;
- b.
het slachtoffer kan in de rechtszaal worden gehoord zonder daar aanwezig te zijn, in het bijzonder door middel van geschikte communicatietechnologie overeenkomstig artikel 131a van de wet en artikel 78a van het Wetboek van Strafrecht;
- c.
de rechter beveelt behandeling met gesloten deuren overeenkomstig artikel 269 van de wet.