Einde inhoudsopgave
Besluit slachtoffers van strafbare feiten
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Bronpublicatie:
24-08-2016, Stb. 2016, 310 (uitgifte: 05-09-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-03-2017, Stb. 2017, 128 (uitgifte: 31-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Als het slachtoffer minderjarig is dan kunnen, naast de maatregelen bedoeld in artikel 11, de volgende maatregelen worden getroffen, voor het voorbereidend onderzoek en het onderzoek ter terechtzitting:
- a.
van elke ondervraging van het minderjarige slachtoffer wordt een audiovisuele opname gemaakt, die overeenkomstig de wet, in het bijzonder de artikelen 338 tot en met 344a, in het strafproces als bewijsmiddel kan worden gebruikt;
- b.
indien er een belangenconflict is tussen de uitoefenaren van het ouderlijk gezag of de voogdij en het minderjarige slachtoffer wordt artikel 250 in samenhang met artikel 247, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek overeenkomstig toegepast;
- c.
indien er een belangenconflict is of kan bestaan tussen het minderjarige slachtoffer en de personen die het ouderlijk gezag of de voogdij uitoefenen, komt het recht op bijstand en op vertegenwoordiging door een advocaat toe aan het minderjarige slachtoffer, overeenkomstig artikel 51c, tweede en derde lid van de wet.