FED 2021/92
Op welke wijze dient de term ‘gehele dag’ zoals opgenomen in artikel 44b Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, te worden uitgelegd?
HR 29-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:142, m.nt. S.J. Mol-Verver
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 2021
- Magistraten
Mrs. Koopman, Beukers-van Dooren, Boerlage
- Zaaknummer
20/01427
- Noot
S.J. Mol-Verver
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS279600:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑01‑2021
ECLI:NL:HR:2021:142, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑2021
- Wetingang
Art. 8.14a Wet IB 2001; art. 44b Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001
Essentie
Op welke wijze dient de term ‘gehele dag’ zoals opgenomen in artikel 44b Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, te worden uitgelegd?
Samenvatting
In dit arrest van de Hoge Raad van 29 januari 20211. staat de reikwijdte van de Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) centraal. In het bijzonder gaat het om de invulling van de ‘drie dagen-norm’ zoals gehanteerd in artikel 44b Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001.
De Hoge Raad oordeelt in dit arrest dat deze term dient te worden uitgelegd aan de hand van een 24-uursnorm.
Uitspraak
Het geschil betreft een aanslag IB/PVV 2015 alsmede de beschikking belastingrente.