Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling Verduurzaming voor Verenigingen van Eigenaars
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend van 08-02-2024 tot 01-01-2028. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
02-02-2024, Stcrt. 2024, 3215 (uitgifte: 07-02-2024, regelingnummer: 2024-0000002883)
- Inwerkingtreding
08-02-2024, terugwerkend tot: 01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-02-2024, Stcrt. 2024, 3215 (uitgifte: 07-02-2024, regelingnummer: 2024-0000002883)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energiebesparing
Volkshuisvesting en wonen / Eigenwoningbezit
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
In deze regeling wordt verstaan onder:
- –
aanvullende energiebesparende maatregelen: maatregelen, genoemd in artikel 8;
Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187).
- –
appartementsrecht: appartementsrecht, bedoeld in artikel 106, eerste lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;
basislaadinfrastructuur: het totaal van de infrastructuur behorende bij het oplaadpunt waaronder de hoofdaansluiting en de bekabeling waarop oplaadpunten die voldoen aan mode 3 of mode 4 als bedoeld in NEN 1010 kunnen worden aangesloten. Het oplaadpunt is van de basislaadinfrastructuur uitgezonderd;
biobased milieuvriendelijk isolatiemateriaal: isolatiemateriaal waarvan ten minste 70% van de massa bestaat uit biobased materiaal als bedoeld in de EN16575:2014, zoals blijkt uit de materiaalsamenstelling van het product genoemd in de environmental product declaration van de fabrikant en met een maximale milieukostenindicator van 0,85, genoemd in de categorie 1-kaart als bedoeld in de Nationale Milieudatabase van het betreffende product, bij een Rd-waarde van 3,5 m2K/W;
- −
bouwbedrijf: bedrijf dat in een handelsregister van een lidstaat van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, is ingeschreven in de sectie bouwnijverheid of een vergelijkbare sectie;
- −
bouwbegeleider: een natuurlijk persoon werkzaam bij een onderneming ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel of een handelsregister van een lidstaat van de Europese Unie, die ten minste een Hogere beroepsopleiding Bouwkunde, Bouwtechnische Bedrijfskunde of een gelijkwaardige opleiding heeft voltooid en in de laatste drie jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag voor deze bouwbegeleiding minimaal twee hoogwaardige, grootschalige verduurzamingprojecten in de bouw begeleid heeft, eventueel met aanvullende ondersteuning van andere interne deskundigen;
- −
bouwbegeleiding: begeleiding die wordt geboden door een bouwbegeleider bij het laten uitvoeren van het zeer energiezuinig pakket, eventueel in combinatie met de duurzame warmteopties, een centrale aansluiting op het warmtenet en resterende aanvullende energiebesparende maatregelen tot aan het moment dat de maatregelen in het kader hiervan daadwerkelijk zijn uitgevoerd;
- −
bouwinstallatiebedrijf: bedrijf dat in een handelsregister van een lidstaat van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is ingeschreven in de sectie bouwinstallatiebedrijf of een vergelijkbare sectie;
- −
BRL 9500-MWA-W: door de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland bindend verklaarde Nationale Beoordelingsrichtlijn 9500, zoals vastgesteld op 31 augustus 2011, inclusief latere wijzigingen;
- −
centrale aansluiting op een warmtenet: centrale aansluiting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet;
- −
certificaathouder: certificaathouder als bedoeld in BRL 9500-MWA-W;
- −
DMJOP: duurzaam meerjarenonderhoudsplan voor de delen van een gebouw of groep van gebouwen waarvoor een vereniging verantwoordelijk is voor het beheer en het onderhoud;
- −
duurzame warmteopties: maatregelen, genoemd in artikel 7, derde lid;
- −
energiebesparende isolatiemaatregelen: maatregelen, genoemd in artikel 7, tweede lid;
- −
EP-adviseur: een persoon die voldoet aan de eisen aan de vakbekwaamheid van ‘EP-adviseur’ conform bijlage 2 van BRL 9500-MWA-W;
- −
etiket: drukt etiket als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van Verordening (EU) nr. 811/2013 of artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van Verordening (EU) nr. 812/2013;
- −
gebouw: bestaand, voor onder meer bewoning bestemde gebouwde onroerende zaak of een gedeelte daarvan, waarvoor een vereniging van eigenaars of een wooncoöperatie is opgericht of waarvan de eigenaar een woonvereniging is;
- −
HR-glas: beglazing in bestaande thermische schil en bestaande uit: meervoudig glas met een vacuüm of gasgevulde spouw met een warmte-doorlatingscoëfficiënt met een maximale Ug-waarde (W/m2K) van 1,2 of triple glas met een maximale Ug-waarde (W/m2K) van 0,7, met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde kleiner of gelijk aan 1,5 (W/m2K). Voor gebouwen die zijn ingeschreven als monument is de maximale Ug-waarde van isolerende beglazing 3,0 W/m2K of 2,0 W/m2k en de maximale Ud-waarde 2,0 of 1,5 W/m2k;
- −
isolerende kozijnpanelen: kozijnpanelen met minimaal dezelfde U-waarde als de glassoort waarmee deze worden gecombineerd in de kozijnen;
- −
Kaderbesluit:Kaderbesluit BZK-subsidies;
- −
koopwoning: woning van een eigenaar-bewoner. Hieronder vallen tevens een woning die tijdelijk niet bewoond is en te koop staat of waarvan de voormalige eigenaar-bewoner is overleden, maar die bestemd is om als woning gebruikt te worden en een woning die ouders om niet ter beschikking stellen aan hun kinderen;
- −
kwaliteitsverklaring: kwaliteitsverklaring als bedoeld in artikel 2.14 van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving;
- −
meldcode: code beschikbaar gesteld door de Minister:
- a.
per type en merk installatie voor duurzame warmteopties;
- b.
per soort isolatiemateriaal voor energiebesparende isolatiemaatregelen;
- c.
voor monumenten;
- −
minister: Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties;
monument: een gebouw of een deel van een gebouw dat is ingeschreven als:
- a.
rijksmonument in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet;
- b.
gemeentelijk monument in een gemeentelijk erfgoedregister als bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet; of
- c.
provinciaal monument in een provinciaal erfgoedregister als bedoeld in artikel 3.17 van de Erfgoedwet;
- −
Nul-op-de-Meter-gebouw: gebouw waarvan de som van de ingaande en uitgaande energiestromen voor gebouwgebonden energie bij een normaal leefpatroon op jaarbasis gelijk aan of lager dan nul is en met een additionele energieopwekkingscapaciteit voor gebruikersgebonden energie van ten minste 1.780 kWh voor een appartement;
- −
oplaadpunt: oplaadpunt als bedoeld in artikel 1 van het Besluit infrastructuur alternatieve brandstoffen, inclusief de eventuele bijbehorende kabels;
- −
prestatieverklaring: prestatieverklaring als bedoeld in artikel 2.14 van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving;
- −
procesbegeleiding: externe begeleiding van het proces binnen een vereniging tot en met de definitieve besluitvorming van de algemene ledenvergadering voor het uitvoeren van advies, verduurzamingsmaatregelen, het zeer energiezuinig pakket of aanvullende energiebesparende maatregelen niet zijnde bouwbegeleiding;
- –
productkaart: productkaart als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van verordening (EU) nr. 811/2013 of artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van Verordening (EU) nr. 812/2013;
- –
ruimteverwarmingstoestel: ruimteverwarmingstoestel met warmtepomp als bedoeld in bijlage I, onderdeel 3 of onderdeel 4, van Verordening (EU) nr. 811/2013 of artikel 2, lid 17 of 18, van Verordening (EU) nr. 813/2013, niet zijnde een lucht-luchtwarmtepomp;
- –
technische documentatie: technische documentatie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, en bijlage V van Verordening (EU) nr. 811/2013 of artikel 3, eerste lid, onderdeel c, en bijlage V van Verordening (EU) nr. 812/2013 of productinformatie als bedoeld in bijlage II lid 5 van Verordening (EU) nr. 813/2013;
- –
thermische schil: thermische schil als beschreven in ISSO 82.1;
- –
thermisch vermogen bij bivalente temperatuur: thermisch vermogen bij bivalente temperatuur als bedoeld in tabel 8 van bijlage V van Verordening (EU) nr. 811/2013 of tabel 2 van bijlage II van Verordening (EU) nr. 813/2013 en het type en vulgewicht van het koudemiddel;
- –
thermisch vermogen bij referentieontwerptemperatuur: thermisch vermogen bij referentieontwerptemperatuur als bedoeld in tabel 10 van bijlage VII van Verordening (EU) nr. 811/2013 of tabel 4 van bijlage III van Verordening (EU) nr. 813/2013;
- –
vereniging: vereniging van eigenaars, woonvereniging of wooncoöperatie, met uitzondering van beheerverenigingen van parkeerterreinen;
- –
vereniging van eigenaars: vereniging van de eigenaars als bedoeld in artikel 112, eerste lid, onderdeel e, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;
- –
verordening (EU) nr. 305/2011:Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van de Europese Unie (PbEU 2011, L 88/5);
- –
verordening (EU) nr. 811/2013: Verordening (EU) nr. 811/2013 van de Commissie van 18 februari 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van ruimteverwarmingstoestellen, combinatieverwarmingstoestellen, pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties en pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties betreft (PbEU 2013, L 239);
- –
verordening (EU) nr. 812/2013: Verordening (EU) nr. 812/2013 van de Commissie van 18 februari 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van waterverwarmingstoestellen, warmwatertanks en pakketten van waterverwarmingstoestellen en zonne-energie-installaties betreft (PbEU 2013, L 239);
- –
verordening (EU) nr. 813/2013: Verordening (EU) nr. 813/2013 van de Commissie van 2 augustus 2013 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor ruimteverwarmingstoestellen en combinatieverwarmingstoestellen betreft;
- –
woning: een bestaand appartement, dat een zelfstandige woongelegenheid vormt en als zodanig bewoond is geweest alvorens renovatie plaatsvindt en in de basisregistratie als bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen met een woonfunctie is geregistreerd;
- –
wooncoöperatie: wooncoöperatie als bedoeld in artikel 18a van de Woningwet;
- –
woonvereniging: vereniging die eigenaar is van één of meer gebouwen en waarvan de leden het recht hebben om in een bepaalde woning die onderdeel uitmaakt van dat gebouw of die gebouwen te wonen;
- –
warmteleverancier: leverancier als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet;
- –
warmtenet: warmtenet als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet;
- –
wtw: warmteterugwinning;
- –
waterverwarmingstoestel: waterverwarmingstoestel met warmtepomp als bedoeld in artikel 2, onderdeel zeventien, van verordening (EU) nr. 812/2013;
- –
zeer energiezuinig pakket: pakket van maatregelen bedoeld in artikel 9.
2.
Onder eigenaar-bewoner wordt in deze regeling verstaan een natuurlijke persoon die:
- a.
gerechtigde is van een bestaand appartement en in het desbetreffende appartement zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van dat appartement, waaronder mede begrepen de realisatie van de activiteiten waarvoor subsidie op grond van deze regeling is aangevraagd, zal hebben;
- b.
zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van deze woning, waaronder mede begrepen de realisatie van de activiteiten waarvoor subsidie op grond van deze regeling is aangevraagd, zal hebben in een woning van een wooncoöperatie en in verband daarmee lid is van die wooncoöperatie; of
- c.
op basis van zijn lidmaatschap van een woonvereniging het recht heeft om in een woning te wonen en daarin zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van deze woning, waaronder mede begrepen de realisatie van de activiteiten waarvoor subsidie op grond van deze regeling is aangevraagd, zal hebben.
3.
Onder appartement wordt in deze regeling verstaan:
- a.
deel van een gebouw waarvoor een vereniging van eigenaars is opgericht, waarop een appartementsrecht rust met een woonfunctie;
- b.
woning in een gebouw, waarvoor een wooncoöperatie is opgericht; of
- c.
woning in een gebouw van een woonvereniging.