Einde inhoudsopgave
Wet basisregistratie adressen en gebouwen
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
10-02-2017, Stb. 2017, 60 (uitgifte: 24-02-2017, kamerstukken: 34507)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-04-2018, Stb. 2018, 122 (uitgifte: 30-04-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Staatsrecht / Algemeen
1.
Burgemeester en wethouders houden een geautomatiseerde basisregistratie adressen en gebouwen.
2.
De basisregistratie adressen en gebouwen is een registratie van gegevens over de in de gemeente bestaande:
- a.
panden, verblijfsobjecten, standplaatsen, ligplaatsen, woonplaatsen, openbare ruimten en nummeraanduidingen, en
- b.
situaties van feitelijk gebruik van:
- 1°
een terrein of gedeelte daarvan voor het permanent plaatsen van een niet direct en niet duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige, of recreatieve doeleinden geschikte ruimte, niet zijnde een standplaats;
- 2°
een plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of gedeelte daarvan, voor het permanent afmeren van een drijvend object, niet zijnde een ligplaats;
- 3°
een benaming van een gedeelte van het grondgebied van de gemeente, niet zijnde een woonplaats;
- 4°
een benaming van een buitenruimte die binnen één woonplaats of situatie als bedoeld in de aanhef en onder 3° is gelegen, niet zijnde een openbare ruimte;
- 5°
een aanduiding van een verblijfsobject, een standplaats, een ligplaats of een situatie als bedoeld in de aanhef en onder 1° of 2°, niet zijnde een nummeraanduiding.