Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling Verduurzaming voor Verenigingen van Eigenaars
Artikel 7 Verduurzamingsmaatregelen
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2028
- Bronpublicatie:
13-11-2023, Stcrt. 2023, 31141 (uitgifte: 17-11-2023, regelingnummer: 2023-0000667920)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-2023, Stcrt. 2023, 31141 (uitgifte: 17-11-2023, regelingnummer: 2023-0000667920)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energiebesparing
Volkshuisvesting en wonen / Eigenwoningbezit
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
De Minister verstrekt aan een vereniging ten behoeve van het gebouw of groep van gebouwen op aanvraag subsidie voor:
- a.
energiebesparende isolatiemaatregelen;
- b.
duurzame warmteopties; of
- c.
de centrale aansluiting op een warmtenet.
2.
Voor zover de subsidie betrekking heeft op een investering voor energiebesparende isolatiemaatregelen wordt deze verstrekt aan een vereniging ten behoeve van de aanschaf en het door een bouwbedrijf in een woning laten aanbrengen van isolatiemateriaal, dat is voorzien van een prestatieverklaring, voor één of meer van de volgende typen energiebesparende isolatiemaatregelen:
- a.
dakisolatie dan wel zolder- of vlieringvloerisolatie, waarbij:
- 1°
minimaal 70% van de oppervlakte van het gehele dak behorend tot de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd;
- 2°
het toegevoegde isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft en in geval van een monument een Rd-waarde van ten minste 2,5 m2K/W heeft; en
- 3°
het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen;
- b.
gevelisolatie, waarbij:
- 1°
ten minste 10 m2 per appartement van de oppervlakte van de binnen- of buitengevel van de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd; en
- 2°
het toegevoegde isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft en in geval van een monument een Rd-waarde van ten minste 2,5 m2K/W heeft;
- c.
glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie in de bestaande thermische schil door het vervangen van:
- 1°
ten minste 8 m2 per appartement van de oppervlakte van glas, kozijnpanelen of deuren door HR++ glas, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K;
- 2°
ten minste 8 m2 per appartement van de oppervlakte van glas, kozijnpanelen of deuren door triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/ m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,0 W/m2K;
- 3°
ten minste 3 m2 per monumentaal appartement van de oppervlakte van glas, kozijnpanelen, deuren met hoogrendementsglas of het plaatsen van voor- of achterzetbeglazing met een Ug-waarde van ten hoogste 3,0 W/m2K of voor kozijnpanelen met een Up-waarde van ten hoogste 3,0 W/m2K of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K; of
- 4°
ten minste 3 m2 per monumentaal appartement van de oppervlakte van glas, kozijnpanelen, deuren met hoogrendementsglas of het plaatsen van voor- of achterzetbeglazing met een Ug-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K of voor kozijnpanelen met een Up-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K;
- d.
spouwmuurisolatie, waarbij:
- 1°
ten minste 10 m2 per appartement van de oppervlakte van bestaande spouwmuren in de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd;
- 2°
het toegevoegde isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 1,1 m2K/W heeft; en
- 3°
het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen;
- e.
vloer- dan wel bodemisolatie, waarbij:
- 1°
minimaal 70% van de oppervlakte van de gehele vloer behorend tot de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd;
- 2°
het toegevoegde isolatiemateriaal voor de vloer of bodem een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft; en
- 3°
het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.
3.
Voor zover de subsidie betrekking heeft op een investering van duurzame warmteopties wordt deze verstrekt aan een vereniging ten behoeve van de aanschaf en het door een bouwinstallatiebedrijf laten installeren van één of meer van de volgende installaties:
- a.
een ruimteverwarmingstoestel(en) of een waterverwarmingstoestel(en) dat:
- 1°
is uitgerust met een lucht-waterwarmtepomp, een grond-waterwarmtepomp of een water-waterwarmtepomp;
- 2°
een thermisch vermogen heeft van ten hoogste 400kW bij bivalente temperatuur in geval van een lucht-waterwarmtepomp dan wel bij een referentieontwerptemperatuur in geval van een grond-waterwarmtepomp of een water-waterwarmtepomp;
- 3°
het gezamenlijk vermogen niet meer is dan 500kW bij bivalente temperatuur in geval van een lucht-waterwarmtepomp dan wel bij een referentieontwerptemperatuur in geval van een grond-waterwarmtepomp of een water-waterwarmtepomp, indien sprake is van meerdere warmtepompen binnen één installatie;
- 4°
is voorzien van een etiket, een productkaart en de bijbehorende technische documentatie, indien sprake is van een installatie met een vermogen onder 70kW; of
- 5°
is voorzien van technische documentatie, indien sprake is van een installatie met een vermogen van 70kW tot ten hoogste 400kW.
- 6°
behoort tot de energie-efficiëntieklasse A++ of hoger, indien een ruimteverwarmingstoestel een vermogen heeft van minimaal 1 kW en maximaal 70 kW.
- b.
een zonneboiler, waaronder begrepen een zonneboilercombi, bestaande uit een zonne-energie-installatie die:
- 1°
is bedoeld voor het maken van warm tapwater of voor het leveren van ruimteverwarming in combinatie met het maken van warm tapwater;
- 2°
een totale apertuuroppervlakte van ten hoogste 200 m2 per verwarmingssysteem of afgiftesysteem heeft;
- 3°
is voorzien van een productkaart en de bijbehorende technische documentatie; en
- 4°
is voorzien van een etiket, indien sprake is van een zonneboilercombi.
4.
Voor zover de subsidie betrekking heeft op een investering voor de centrale aansluiting op een warmtenet wordt deze verstrekt aan een vereniging ten behoeve van het door een warmteleverancier aansluiten van: een bestaand gebouw op een centrale aansluiting op een warmtenet.
5.
Indien niet alle leden van de vereniging eigenaar-bewoners zijn, voldoen de maatregelen, bedoeld in het tweede lid aan de eisen van energiebesparing als bedoeld in artikel 38bis, zesde lid, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.