Warenwetregeling tatoeëren en piercen
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 07-11-2018
- Bronpublicatie:
29-10-2018, Stcrt. 2018, 61914 (uitgifte: 06-11-2018, regelingnummer: 1344729-176651-VGP)
- Inwerkingtreding
07-11-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-10-2018, Stcrt. 2018, 61914 (uitgifte: 06-11-2018, regelingnummer: 1344729-176651-VGP)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
De vergunning heeft een geldigheidsduur van drie jaar.
2.
Indien de aanvrager een vergunning vraagt in verband met de beëindiging van een eerder voor dezelfde ruimte verleende vergunning, behoudt die eerder verleende vergunning na afloop van de duur waarvoor zij is verleend haar geldigheid totdat:
- a.
indien toepassing wordt gegeven aan artikel 4:14, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, op de aanvraag is beslist, dan wel,
- b.
indien artikel 4:20b, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, totdat de van rechtswege verleende vergunning in werking is getreden.
3.
Het tweede lid is niet van toepassing indien de aanvraag voor de vergunning niet uiterlijk acht weken en drie dagen voor het beëindigen van de eerdere vergunning is gedaan.
4.
Een vergunninghouder kan gedurende de looptijd van een vergunning een verzoek tot wijziging van een vergunning indienen wegens:
- a.
verhuizing naar een andere ruimte in het pand dan wel verhuizing naar een andere ruimte buiten het pand, waarvoor vergunning is verleend; of
- b.
werken met andere materialen in dezelfde categorie als vergund, met tatoeagemateriaal, dan wel met piercingmateriaal.
5.
Indien een vergunninghouder een verzoek tot wijziging van de vergunning indient, bedoeld in het vierde lid, wordt onderzocht of er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de vergunninghouder voor de ruimte waarvoor de wijziging van de vergunning wordt gevraagd, niet zal voldoen aan de voorschriften gesteld bij of krachtens dit besluit, dan wel aan de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 24 van de Warenwet.
6.
Voor een onderzoek als bedoeld in het vijfde lid is een tarief verschuldigd als vermeld in artikel 5, eerste lid.
7.
Indien gevolg wordt gegeven aan een verzoek van een vergunninghouder als bedoeld in het vierde lid behoudt de vergunning de oorspronkelijke looptijd.