Einde inhoudsopgave
Warenwet
Artikel 24
Geldend
Geldend van 01-01-2016 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
20-05-2015, Stb. 2015, 235 (uitgifte: 23-06-2015, kamerstukken: 33775)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-08-2015, Stb. 2015, 327 (uitgifte: 10-09-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Reclame
1.
Een tatoeage of piercing, anders dan in een oorlel, wordt niet aangebracht bij een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing indien de persoon, bedoeld in het eerste lid, de leeftijd van twaalf jaren heeft bereikt en bij het aanbrengen van de tatoeage of piercing wordt vergezeld van zijn wettige vertegenwoordiger in burgerlijke zaken.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent:
- a.
gevallen waarbij het tweede lid niet van toepassing is;
- b.
de wijze waarop personen worden geïnformeerd over de mogelijke gevolgen verbonden aan het aanbrengen van een tatoeage of piercing;
- c.
het voorhanden zijn en bijhouden van documenten, die de voorlichting over gevolgen, bedoeld in onderdeel b, en het toezicht op de naleving van de regels gesteld bij of krachtens dit artikel, kunnen bevorderen.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan de naleving van bij of krachtens dit artikel gestelde regels, als voorschrift worden verbonden aan een vergunning, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder 2°, onderdeel b.
5.
Het is verboden het aanbrengen van een tatoeage of piercing aan te prijzen, tenzij:
- a.
aan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon ten behoeve van wie het aanprijzen plaatsvindt het gebruik van tatoeage- of piercingmateriaal op grond van een krachtens deze wet verleende vergunning is toegestaan; of
- b.
krachtens deze wet voor het gebruik van tatoeage- of piercingmateriaal geen vergunning noodzakelijk is.