Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's en tot intrekking van Richtlijn 91/157/EEG
Artikel 15 Uitvoer
Geldend
Geldend van 30-12-2013 tot 18-08-2025
- Bronpublicatie:
20-11-2013, PbEU 2013, L 329 (uitgifte: 10-12-2013, regelingnummer: 2013/56/EU)
- Inwerkingtreding
30-12-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2013, PbEU 2013, L 329 (uitgifte: 10-12-2013, regelingnummer: 2013/56/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Algemeen
1.
De verwerking en recycling mag buiten de lidstaat in kwestie of buiten de Gemeenschap plaatsvinden, mits de verzending van de afgedankte batterijen en accu's in overeenstemming met Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap geschiedt (1).
2.
Afgedankte batterijen en accu's die in overeenstemming met Verordening (EEG) nr. 259/93, Verordening (EG) nr. 1420/1999 van de Raad van 29 april 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de overbrenging van bepaalde soorten afvalstoffen naar een aantal niet OESO-landen (2) en Verordening (EG) nr. 1547/1999 van de Commissie van 12 juli 1999 tot vaststelling van de controleprocedures, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad, die moeten worden toegepast voor de overbrenging van bepaalde soorten afvalstoffen naar bepaalde landen waarvoor besluit C(92)39 definitief van de OESO niet geldt (3), naar bestemmingen buiten de Gemeenschap worden uitgevoerd, worden alleen geacht bij te dragen tot de naleving van de verplichtingen en de rendementen als bepaald in bijlage III bij deze richtlijn, indien er harde bewijzen zijn dat de recycling heeft plaatsgevonden in omstandigheden die stroken met de eisen van deze richtlijn.
3.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 23 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde nadere bepalingen ter aanvulling van de voorschriften van lid 2 van dit artikel vast te leggen, in het bijzonder criteria om te beoordelen of de daarin bedoelde omstandigheden stroken met de eisen van deze richtlijn.
Voetnoten
PB L 30 van 6.2.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2557/2001 van de Commissie (PB L 349 van 31.12.2001, blz. 1).
PB L 166 van 1.7.1999, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 105/2005 van de Commissie (PB L 20 van 22.1.2005, blz. 9).
PB L 185 van 17.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 105/2005.