Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/794 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)
Artikel 4 Taken
Geldend
Geldend vanaf 28-06-2022
- Bronpublicatie:
08-06-2022, PbEU 2022, L 169 (uitgifte: 27-06-2022, regelingnummer: 2022/991)
- Inwerkingtreding
28-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2022, PbEU 2022, L 169 (uitgifte: 27-06-2022, regelingnummer: 2022/991)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Europol voert onderstaande taken uit met het oog op het verwezenlijken van de in artikel 3 genoemde doelstellingen:
- a)
verzamelen, opslaan, verwerken, analyseren en uitwisselen van informatie, met name criminele inlichtingen;
- b)
de lidstaten, via de nationale eenheden, ingesteld of aangewezen in overeenstemming met artikel 7, lid 2, onverwijld op de hoogte brengen van informatie en van verbanden tussen strafbare feiten die hen betreffen;
- c)
coördineren, organiseren en uitvoeren van onderzoeks- en operationele activiteiten ter ondersteuning en versterking van het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten:
- i)
die gezamenlijk met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden uitgevoerd; of
- ii)
die overeenkomstig artikel 5 worden uitgevoerd in het kader van gemeenschappelijke onderzoeksteams, waar nodig in samenwerking met Eurojust;
- d)
deelnemen aan gemeenschappelijke onderzoeksteams, alsook voorstellen om deze op te zetten overeenkomstig artikel 5;
- e)
de lidstaten informatie verstrekken en analytische ondersteuning bieden bij grote internationale evenementen;
- f)
dreigingsevaluaties, strategische en operationele analyses en algemene situatieverslagen opstellen;
- g)
ontwikkelen, delen en bevorderen van deskundigheid betreffende methoden van criminaliteitspreventie, onderzoeksprocedures en technische en forensische methoden, en advies verlenen aan lidstaten;
- h)
steun bieden aan grensoverschrijdende informatie-uitwisselingsactiviteiten, operaties en onderzoeken van de lidstaten, evenals aan gemeenschappelijke onderzoeksteams, onder meer met operationele, technische en financiële steun;
- h bis)
administratieve en financiële steun bieden aan speciale interventie-eenheden van de lidstaten als bedoeld in Besluit 2008/617/JBZ van de Raad (1);
- i)
gespecialiseerde opleidingen geven en lidstaten helpen bij het organiseren van opleidingen, met inbegrip van het verstrekken van financiële steun, binnen zijn doelstellingen en in overeenstemming met de beschikbare personele en budgettaire middelen, in coördinatie met het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (CEPOL);
- j)
samenwerken met de organen van de Unie die zijn opgericht op basis van titel V van het VWEU, met OLAF en met het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa), opgericht bij Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad (2), in het bijzonder door informatie uit te wisselen en analytische ondersteuning te bieden op gebieden die binnen hun respectieve bevoegdheden vallen;
- k)
- l)
gespecialiseerde kenniscentra van de Unie ontwikkelen voor de bestrijding van bepaalde soorten criminaliteit die binnen de doelstellingen van Europol vallen, met name het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit;
- m)
acties van de lidstaten ter voorkoming en bestrijding van de in bijlage I opgenomen vormen van criminaliteit, die door het gebruik van internet worden vergemakkelijkt, bevorderd of begaan, ondersteunen, onder meer door:
- i)
de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op hun verzoek bij te staan bij de respons op cyberaanvallen van vermoedelijk criminele oorsprong;
- ii)
samen te werken met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van verwijderingsbevelen, overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2021/784, en
- iii)
online-inhoud te melden bij de betrokken aanbieders van onlinediensten, opdat zij vrijwillig nagaan of die inhoud in overeenstemming is met hun eigen voorwaarden;
- n)
beheer van de Etias-observatielijst overeenkomstig de artikelen 34 en 35 van Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad (3);
- o)
in de Etias-observatielijst gegevens over terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten opnemen die Europol heeft verkregen, onverminderd de voorwaarden voor de internationale samenwerking van Europol;
- p)
advies geven ingevolge een raadplegingsverzoek als bedoeld in artikel 29 van Verordening (EU) 2018/1240;
- q)
- r)
de lidstaten ondersteunen bij het identificeren van personen wier criminele activiteiten onder de in bijlage I opgenomen vormen van criminaliteit vallen en die een hoog veiligheidsrisico vormen;
- s)
gezamenlijke, gecoördineerde en geprioriteerde onderzoeken ten aanzien van de in punt r) vermelde personen faciliteren;
- t)
de lidstaten ondersteunen bij de verwerking van gegevens die door derde landen of internationale organisaties aan Europol zijn verstrekt over personen die betrokken zijn bij terrorisme of zware criminaliteit, en voorstellen dat de lidstaten, naar eigen goeddunken en na hun verificatie en beoordeling van die gegevens, informatiesignaleringen over onderdanen van derde landen in het belang van de Unie (‘informatiesignaleringen’) in het Schengeninformatiesysteem (SIS) opnemen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad (5);
- u)
de uitvoering van het evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1053/2013 ondersteunen binnen de doelstellingen van Europol door, indien relevant, expertise en analyses te verstrekken;
- v)
proactief toezien op onderzoeks- en innovatieactiviteiten die relevant zijn voor het verwezenlijken van de doelstellingen van Europol en bijdragen aan dergelijke activiteiten, door daarmee verband houdende activiteiten van de lidstaten te ondersteunen en door zijn eigen onderzoeks- en innovatieactiviteiten uit te voeren, met inbegrip van projecten voor het ontwikkelen, trainen, testen en valideren van algoritmen voor de ontwikkeling van specifieke door rechtshandhavingsinstanties te gebruiken instrumenten, en de resultaten van de activiteiten verspreiden onder de lidstaten overeenkomstig artikel 67;
- w)
bijdragen tot het creëren van synergieën tussen de onderzoeks- en innovatieactiviteiten van organen van de Unie die relevant zijn voor het verwezenlijken van de doelstellingen van Europol, onder meer via de EU-innovatiehub voor interne veiligheid, en in nauwe samenwerking met de lidstaten;
- x)
de acties van de lidstaten ter bestrijding van onlinecrisissituaties op hun verzoek ondersteunen, met name door aan particuliere partijen de informatie te verstrekken die nodig is om relevante online-inhoud te herkennen;
- y)
de acties van de lidstaten ter bestrijding van de onlineverspreiding van online materiaal van seksueel misbruik van kinderen, ondersteunen;
- z)
overeenkomstig artikel 12 van Richtlijn (EU) 2019/1153 van het Europees Parlement en de Raad (6), samenwerken met financiële-inlichtingeneenheden (‘FIE's’) die zijn opgericht op grond van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad (7), via de relevante nationale eenheid van Europol of, indien de betrokken lidstaat daarmee instemt, door direct contact met de FIE’s, met name door middel van informatie-uitwisseling en het verstrekken van analyses aan de lidstaten ter ondersteuning van grensoverschrijdende onderzoeken met betrekking tot witwasactiviteiten van transnationale criminele organisaties en terrorismefinanciering;
Met het oog op het uitvoeren van de onder n) van de eerste alinea van dit lid bedoelde taak, stelt de raad van bestuur van Europol, na raadpleging van de EDPS, de in artikel 35 van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde procedures vast.
Er wordt een mechanisme voor periodieke verslaglegging ingesteld opdat een lidstaat binnen twaalf maanden nadat Europol de mogelijke opneming van een informatiesignalering als bedoeld in de eerste alinea, punt t), heeft voorgesteld, de andere lidstaten en Europol informeert over de uitkomst van de verificatie en analyse van de gegevens en over de vraag of een signalering in het SIS is opgenomen.
De lidstaten stellen Europol in kennis van elke in het SIS opgenomen informatiesignalering en elke hit met betrekking tot zulke informatiesignaleringen, en kunnen via Europol het derde land of de internationale organisatie waarvan de gegevens die tot de opneming van de informatiesignalering hebben geleid, in kennis stellen van hits met betrekking tot een dergelijke informatiesignalering, overeenkomstig de procedure van Verordening (EU) 2018/1862.
2.
Europol verstrekt strategische analyses en dreigingsevaluaties ter ondersteuning van de Raad en de Commissie bij het vaststellen van de strategische en operationele prioriteiten van de Unie op het gebied van de bestrijding van criminaliteit. Europol biedt ook bijstand bij de operationele toepassing van die prioriteiten, met name bij het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (Empact), onder meer door administratieve, logistieke, financiële en operationele ondersteuning te faciliteren en te verlenen aan door lidstaten geleide operationele en strategische activiteiten.
3.
Europol verstrekt strategische analyses en dreigingsevaluaties die een efficiënt en effectief gebruik ondersteunen van de middelen die op nationaal niveau en op het niveau van de Unie beschikbaar zijn voor operationele activiteiten en de ondersteuning daarvan. Europol verstrekt ook dreigingsevaluaties op basis van de informatie waarover het beschikt met betrekking tot criminele verschijnselen en tendensen, ter ondersteuning van de Commissie en de lidstaten bij het uitvoeren van risicobeoordelingen.
4.
Europol treedt op als het centrale bureau voor de bestrijding van eurovalsemunterij overeenkomstig Besluit 2005/511/JBZ van de Raad (8). Ook stimuleert Europol, zo nodig in samenwerking met organen van de Unie en de autoriteiten van derde landen, de coördinatie van de maatregelen ter bestrijding van eurovalsemunterij die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of in het kader van gemeenschappelijke onderzoeksteams worden uitgevoerd.
4 bis.
Europol verleent de lidstaten en de Commissie bijstand bij het vaststellen van belangrijke onderzoeksthema's.
Europol verleent de Commissie bijstand bij het opstellen en uitvoeren van de kaderprogramma's van de Unie voor onderzoeks- en innovatieactiviteiten die relevant zijn om de doelstellingen van Europol te verwezenlijken.
Waar passend kan Europol de resultaten van zijn onderzoeks- en innovatieactiviteiten verspreiden als onderdeel van zijn bijdrage aan het creëren van synergieën tussen de onderzoeks- en innovatieactiviteiten van de betrokken organen van de Unie overeenkomstig lid 1, eerste alinea, punt w).
Europol neemt alle nodige maatregelen ter voorkoming van belangenconflicten. Europol ontvangt geen financiering uit een bepaald kaderprogramma van de Unie indien het de Commissie bijstaat bij het vaststellen van belangrijke onderzoeksthema's en bij het opstellen en uitvoeren van dat programma.
Bij het ontwerpen en conceptualiseren van onderzoeks- en innovatieactiviteiten met betrekking tot aangelegenheden die onder deze verordening vallen, kan Europol waar passend het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Commissie raadplegen.
4 ter.
Europol ondersteunt de lidstaten bij de screening, met betrekking tot de verwachte gevolgen voor de veiligheid, van specifieke gevallen van buitenlandse directe investeringen in de Unie uit hoofde van Verordening (EU) 2019/452 van het Europees Parlement en de Raad (9) die betrekking hebben op ondernemingen die technologieën, waaronder software, leveren die door Europol worden gebruikt ter voorkoming en bestrijding van strafbare feiten die onder de doelstellingen van Europol vallen.
5.
Europol past bij de uitoefening van zijn taken geen dwangmaatregelen toe.
Personeelsleden van Europol kunnen tijdens de uitvoering van onderzoeksmaatregelen operationele ondersteuning bieden aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op hun verzoek en in overeenstemming met hun nationale recht, met name door grensoverschrijdende informatie-uitwisseling te faciliteren, door forensische en technische ondersteuning te bieden en door aanwezig te zijn tijdens de uitvoering van die onderzoeksmaatregelen. Personeelsleden van Europol zijn zelf niet bevoegd om onderzoeksmaatregelen uit te voeren.
5 bis.
Europol eerbiedigt bij het verrichten van zijn taken de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (‘het Handvest’) neergelegde grondrechten en fundamentele vrijheden.
Voetnoten
Besluit 2008/617/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 ter verbetering van de samenwerking in crisissituaties tussen de speciale interventie-eenheden van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 73).;
Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake Enisa (het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging), en inzake de certificering van de cyberbeveiliging van informatie- en communicatietechnologie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 526/2013 (de cyberbeveiligingsverordening) (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 15).;
Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).
Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).
Richtlijn (EU) 2019/1153 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot vaststelling van regels ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van bepaalde strafbare feiten, en tot intrekking van Besluit 2000/642/JBZ van de Raad (PB L 186 van 11.7.2019, blz. 122).
Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).
Besluit 2005/511/JBZ van de Raad van 12 juli 2005 over de bescherming van de euro tegen valsemunterij middels de aanwijzing van Europol als het centraal orgaan voor de bestrijding van eurovalsemunterij (PB L 185 van 16.7.2005, blz. 35).
Verordening (EU) 2019/452 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie (PB L 79 I van 21.3.2019, blz. 1).;